vrijdag 18 oktober 2024

Mijn natuur video's

Mijn naam is Jozef van der Heijden. Ik woon in de Brabantse Hulsel. Ik fotografeer al sinds de 70er jaren. Ik begon met een kleinbeeld fotocamera en een Super 8 filmcamera met geluidsregistratie. Op de boerderij filmde ik Groenlingen en Kneuen die de jongen op hun nest verzorgde. Mijn interesse gaat naar de natuur in het algemeen. Van vogels tot paddenstoelen, mossen, korstmossen en  landschappen. Maar vogels fascineren mij wel het meest. Daarnaast ben lid van diverse natuurbescherming organisaties (zie de logo's hieronder).

Hoewel vogels mijn voorkeur genieten, ontdekte ik op 4 januari 2019 de Opkrullende strookzwam in de bossen van Hapert, officieel de 19e geregistreerde vondst in Nederland sinds 1855 en de eerste sinds 1985. Daarna vond ik nog twee plaatsen waar deze zeer zwam voor kwam. Op 16 oktober 2019 vond ik op Landgoed Wellenseind de eveneens zeer-zeldzame Kroontjesknotszwam. Verspreidingsatlas.nl meldt sinds 1990 slechts 105 vindplaatsen in Nederland.

Volg mij op: Facebook Twitter YouTube en met jozefvanderheijden-foto.nl. Onderwerpen: Alles wat de natuur gedurende de jaargetijden bieden.
Bezoek ook mijn YouTube kanaal; youtube.com/JozefvanderHeijden met 312 video's en 787 abonnees.

Gele en oranje herfstbladeren in natuurgebied De Pals

In de herfst ondergaat de natuur een metamorfose, bladeren van bomen en struiken verkleuren. Groen wordt geel, oranje, rood of paars afhankelijk van de soort. Wie op een zonnige dag door het bos wandelt, waant zich zowaar in een schilderij. Een seizoen dat beslist de moeite loont om de natuur van wat dichterbij te bekijken en te zien wat er schuilt achter deze metamorfose.


Gele en oranje herfstbladeren in natuurgebied De Pals

Als de dagen kouder worden komt het proces van verkleuring langzaam op gang. Het bladgroen of chlorofyl, één van de voornaamste stoffen, zorgt in de zomer voor de aanmaak van suikers en zetmeel met behulp van zonlicht en koolzuurgas. Dit proces noemt men fotosynthese. Bij hoge temperaturen wordt deze belangrijke bouwstof regelmatig opnieuw aangemaakt. Door de lagere temperatuur in de herfst is dit niet meer mogelijk. De groene kleurstof in de bladeren neemt af en de andere aanwezige pigmenten die verscholen zaten nemen de overhand.

Voordat de bladeren voorgoed van de bomen vallen, worden de laatste restjes chlorofyl uit de bladeren getrokken en opgeslagen in de takken. De kleurpigmenten die nog resten worden nu zichtbaar en zorgen voor een prachtig herfstpalet. Caroteen kleurt de bladeren oranje, xanthofyl zorgt voor een gele tint, anthocyaan voor rood en tannines voor bruin. Na de verkleuring gebeurt er een verandering in de cellen: er wordt een dikkere laag op de bladeren gevormd en ze scheiden zich af van de takken. Afgevallen bladeren kleuren de bomen niet langer meer, maar bedekken de grond in het najaar. Ze vormen een isolerende laag die stilaan wordt afgebroken, een mulchlaag die de bodem voedt waardoor planten het volgend voorjaar opnieuw kunnen groeien.

Bladval in de herfst wordt voorafgegaan door veranderingen in de weefsels aan of in de bladbasis. In de altijd al aanwezige afscheidingslaag (abscissielaag), die uit korte cellen met zwak verdikte wanden bestaat, ontstaat door frequente celdelingen een laag baksteenvormige cellen.

vrijdag 11 oktober 2024

Paddenstoelen zijn de opruimers in de natuur

Paddenstoelen zijn de opruimers van de natuur, ze leven in een symbiose met bomen en voorzien dier en mens van eten. Paddenstoelen zijn de vruchtlichamen van schimmels en ontstaan uit schimmeldraden (mycelium) die groeien in de grond, tussen bladeren of in hout.


Paddenstoelen zijn de opruimers in de natuur

Uit de kleine schimmelknopjes aan de rand van het mycelium kunnen ieder jaar meerdere paddenstoelen groeien. Vocht en (micro)klimaat moeten dan wel precies goed zijn. In de herfst is dit vaak het geval, daarom zie je dan zoveel paddenstoelen. Paddenstoelen planten zich voort met sporen. Eén spoor is minuscuul en kun je niet zien; een hele hoop sporen bij elkaar vormt een soort poeder. De sporen verspreiden zich meestal via de wind, maar soms ook doordat de paddenstoel ze actief katapulteert, of via insecten.

Paddenstoelen zijn essentieel voor het ecosysteem. Ze kunnen puinruimen en dienen als voedsel voor dier en mens. Je kunt spreken van een drieledige functie van paddenstoelen. De groep paddenstoelen die rottend organisch materiaal en dood hout afbreken en omzetten naar mineralen en voedingsstoffen voor planten vormen de saprofyten. Zo groeit de sparrenstinktaailing alleen op de naalden van de fijnspar en de sparrenkegelzwam alleen op zijn gevallen kegels.

Dan heb je de parasieten; deze paddenstoelen onttrekken voedingsstoffen aan hun gastheer en komen veelal op levende organismen voor die al in slechte toestand verkeren. Inlandse eiken zijn bijvoorbeeld gevoelig voor honingzwammen. Wordt een eik geïnfecteerd dan gaat de boom op den duur vaak dood. Het dode hout wordt zachter en dient zo weer als leef- en voedselplek voor talloze dieren.

De symbionten ten slotte leven in harmonie met hun gastheer. “Deze paddenstoelen gaan een verbinding aan met boomwortels om stoffen uit te wisselen. De zogenoemde ectomycorrhiza schimmels komen voor in gebieden die van nature voedselarm zijn. Dankzij die schimmels krijgen bomen voldoende voedingsstoffen en water zodat ze beter kunnen overleven. Als beloning geven de bomen suikers aan de schimmels. Echte ruilhandel dus”, vertelt Evert. Een voorbeeld van een symbiont is de zeldzame donkerlila gordijnzwam. In kalkrijk naaldbos handelt hij met dennen en sparren.

donderdag 3 oktober 2024

De rups van de Meriansborstel nachtvlinder

Zoals zo vaak kom je onderweg heel wat anders tegen als waar je naar op zoek bent. Tijdens mijn fietstocht, die in het teken stond van paddenstoelen zoeken, zag ik een mooie rups, een rups van een nachtvlinder de Meriansborstel.


De rups van de Meriansborstel nachtvlinder

De Meriansborstel (Calliteara pudibunda) is een nachtvlinder uit de familie van de spinneruilen (Erebidae) en de onderfamilie van de donsvlinders (Lymantriinae). De soort is vernoemd naar de bekende vlinder- en insectenschilderes Maria Sibylla Merian en de naam verwijst vermoedelijk naar de opvallende borstels op de rug van de rups. De rups gebruikt een groot aantal struiken en bomen als waardplant, waaronder eiken, wilgen, berken, Prunus-soorten en meidoorns. De rups komt voor in twee kleurvariaties: bruin en geel. De harige en kleurrijke rups is een bijzondere verschijning met zijn vier borstels en pluim op zijn rug.

De rups kan tot 40 mm groot worden en heeft een groen, geel of licht oranjebruin lichaam, overdekt met borsteltjes van fijne grijze haren, die op kleine wratjes staan ingeplant; de segmenten vier tot zeven elk met dichte geelachtig of zwartachtig grijze haarborstel op het midden van de rug, gevolgd door een brede, fluweelzwarte dwarsband; segment elf met een puntig uitlopende borstel van lange zwarte of rode haren; kop groen of lichtbruin.

Het rupsen stadium duurt van juli tot oktober. De rups groeit langzaam. De soort overwintert als pop in een dunne zijdeachtige cocon die gevormd wordt op de waardplant of in de strooisellaag.

De vliegtijd van de vlinder is van half april tot half juni, in één generatie. De mannetjes komen soms talrijk op licht, de vrouwtjes in kleinere aantallen. Parende vlinders worden overdag soms waargenomen op de stam van een geïsoleerde waardplant; door hun schutkleur vallen ze echter nauwelijks op.