dinsdag 26 mei 2020

Middelste bonte specht gered van verdrinking

Toen ik vanmorgen bij de Middelste bonte specht aan kwam kon ik de jonge al luid horen kwetteren. Het gekwetter kwam niet vanuit het nest, maar vanuit de bomen nabij de nestholte. Het uitvliegen was begonnen. Op het moment dat ik de camera op het nest richten meende dat ik er nog een uit zag vliegen. Toch zat er nog een op het nest. Tijdens het voeden kwam het jong beduidend verder uit het nest, dan de dagen er voor. Tussen het voeden door kwam het jong zo ver uit het nest dat ik mij voorbereiden op zijn/haar uitvliegen.



Maar mijn aandacht werd getrokken door gespetter in het water van de Reusel. Ik dacht dat het een eend was in de naastgelegen beek, maar tot mijn verbazing bleek dat een van de uitgevlogen Middelste bonte spechten in het water terecht gekomen was. Dus snelde ik mij in het water en redden het drijfnatte vogeltje van een verdrinkingsdood. Ik heb de natte drenkeling in de zon tegen een boomstam gezet. Zo kon z'n lichaam opwarmen en opdrogen. Het jonge vogeltje moet al in het water gelegen hebben voordat ik daar arriveerde. Ik was nog maar een minuut of vijf ter plaatsen toen ik het in nood verkerende vogeltje opmerkte.

Het bijna verdronken vogeltje hangt in de zon tegen een boom om op te warmen.

Teruggekomen bij mijn camera, was het wel erg rustig geworden bij de nestholte. Beide ouders kwamen met voedsel, maar er kwam geen reactie vanuit het nest. Tijdens mijn reddingsactie bleek dat ook het laatste jong het nest verlaten had. Een gemiste kans om het uitvliegen vast te leggen. Mijn lichte teleurstelling maakte al snel plaats voor het goede gevoel dat ik had met betrekking tot het redden van het jonge vogeltje. Zonder mijn aanwezigheid zou het gestorven zijn. Was het niet door verdrinking, dan zou het wel aan onderkoeling zijn bezweken.

Het natte vogeltje bibberde een tijdje van de kou en bleef wel een half uur bewegingsloos tegen de boom hangen. Een paar keer dacht ik dat het zachtjes piepte. De zonneschijn had een goede uitwerking. Het vogeltje werd wat beweeglijker en klom zowaar langzaam iets omhoog. Toen het ook luid om z'n ouders begon te roepen geloofde ik in een goede afloop. Na een tijdje kwamen beide ouders bij het jong en kreeg weer te eten. Daar knapte het duidelijk van op. Het klom steeds verder omhoog en begon zelfs het verenkleed te verzorgen. Toen het zo'n meter of zeven hoog in de boom was geraakt heb ik mijn apparatuur opgepakt en ben met een goed gevoel naar huis gereden.

Het komt wel goed met de bijna verdronken jonge Middelste bonte specht. Het was goed bekomen van de kou en werd net als z'n broertjes en zusjes door de ouders gevoed.  Doordat ik wel de voedingsmomenten vast kon leggen, ben ik uiteindelijk rijkelijk gecompenseerd voor het missen van missen van de uitvliegmomenten. Het vogeltje heeft nu een nieuwe kans om op te groeien tot een volwassen vogel en kan zo volgend jaar voor nageslacht zorgen.

zondag 24 mei 2020

De Middelste bonte spechten vliegen bijna uit

Het is altijd moeilijk om er achter te komen wanneer de Middelste bonte specht het laatste ei heeft gelegd en met het broeden is begonnen. Zo is het gissen wanneer de eitjes uit komen en wanneer de jonge vogels het nest zullen verlaten. Door observatie van af de grond is wat er over blijft. Duidelijk is wel dat de Middelste bonte spechten hun laatste dagen in de nestholte door maken. Morgen zullen ze nog niet uitvliegen, maar de dagen daarna is de kans groot dat dat wel gebeurt.



Beide ouders voeden de jonge kuikentjes en houden het nest schoon. Aanvankelijk worden de jongen vooral met bladluizen gevoerd, later krijgen ze ook andere ongewervelde te eten. Na 20 tot 26 dagen vliegen de juveniele uit. Als de jongen wat ouder worden komt er behoorlijk wat gekwetter uit het spechten nest. Dit bedelgedrag zet de ouders aan tot voeren. Na drie weken vliegen de jongen uit.

Nadat de juveniele het nest hebben verlaten, wordt de kroost doorgaans in twee groepen verdeeld, elk begeleid door een van de ouders. De jongen worden nog acht tot elf dagen gevoerd, waarna ze in de nabije omgeving disperseren. Aan het einde van zijn eerste levensjaar is een Middelste bonte specht geslachtsrijp.

zaterdag 23 mei 2020

Jonge Middelste bonte specht eet in vlieggat

Vanmorgen was de eerste van de jonge Middelste bonte spechten te zien in het vlieggat. Als een van de ouder spechten met voedsel voor het vlieggat kwam was een enkele keer te zien dat een van de jonge vogels in het nest zich enigszins liet zien bij het aannemen van het voedsel.


Na ongeveer 25 en 30 seconden speeltijd is te zien dat een van de jonge vogels voedsel aanneemt.

Beide ouders voeden de jonge kuikentjes en houden het nest schoon. Aanvankelijk worden de jongen vooral met bladluizen gevoerd, later krijgen ze ook andere ongewervelden te eten. Na 20 tot 26 vliegen de juvenielen uit. Als de jongen wat ouder worden komt er behoorlijk wat gekwetter uit het spechten nest. Dit bedelgedrag zet de ouders aan tot voeren. Na drie weken vliegen de jongen uit.

Nadat de juvenielen het nest hebben verlaten, wordt de kroost doorgaans in twee groepen verdeeld, elk begeleid door een van de ouders. De jongen worden nog acht tot elf dagen gevoerd, waarna ze in de nabije omgeving disperseren. Aan het einde van zijn eerste levensjaar is een middelste bonte specht geslachtsrijp. De gemiddelde generatielengte bedraagt 5,2 jaar.

woensdag 20 mei 2020

De nestzorg van de Middelste bonte specht

Een paar dagen geleden filmde ik de Middelste bonte specht met een camcorder, die uitgerust is met een kleine sensor. Vanmorgen heb ik nieuwe beelden gemaakt met mijn Nikon D500 en een flinke telelens. Het nest was zo om en nabij 18 april klaar om aan de broed te beginnen. Nadat het laatste ei is gelegd, beginnen beide ouders met het broeden. Na 16 dagen broeden komen de eieren uit, dus zouden de jonge kuikentjes in het nest nu zo'n 2 weken oud kunnen zijn. Naar mijn inschatting is dat wel op z'n vroegst.


Beide ouders voeden de jonge kuikentjes en houden het nest schoon. Aanvankelijk worden de jongen vooral met bladluizen gevoerd, later krijgen ze ook andere ongewervelden te eten. Na 20 tot 26 vliegen de juvenielen uit. Als de jongen wat ouder worden komt er behoorlijk wat gekwetter uit het spechten nest. Dit bedelgedrag zet de ouders aan tot voeren. Na drie weken vliegen de jongen uit.

Nadat de juvenielen het nest hebben verlaten, wordt de kroost doorgaans in twee groepen verdeeld, elk begeleid door een van de ouders. De jongen worden nog acht tot elf dagen gevoerd, waarna ze in de nabije omgeving disperseren. Aan het einde van zijn eerste levensjaar is een middelste bonte specht geslachtsrijp. De gemiddelde generatielengte bedraagt 5,2 jaar.

zondag 17 mei 2020

Jonge Pimpelmezen in boomholte zomereik

Het is geen dagelijks ontdekking, maar vanmorgen ontdekte ik de derde natuurlijke Pimpelmezen nestholte in de vrije natuur. De meesjes hadden al jonge. Ze vlogen onophoudelijk op en neer om de hongerige jong in het nest te voeden met wormpjes. Bij het verlaten van het nest namen ze regelmatig de uitwerpselen van de jongen mee om zo het nest schoon te houden. Het nest zat verstopt onder in een uitgerot stuk boomschors van een zomereik.



De pimpelmees broedt van eind maart tot in juli in bosrijke gebieden met veel oude loofbomen komt de pimpelmees in de hoogste dichtheden voor, daar broeden zij in boomholtes. Ze hebben in die periode 1 tot 2 legsels met elk 7 tot 13 eieren. Broedduur: 13 tot 15 dagen. Pimpelmezen broeden behalve in boomholtes ook graag in nestkasten. De jongen zitten 18 tot 21 dagen op het nest. Als ze zijn uitgevlogen, worden ze nog zo'n 2 tot 3 weken gevoerd.

Het voedsel is gevarieerd. In broedtijd zijn dat vooral insecten en hun larven (rupsen), spinnen en andere geleedpotigen. In de winter ook veel zaden (o.a. berk, lariks, haagbeuk Spaanse aak) en pinda's; zijn dan ook veel te vinden op voedertafels. 's Winters ook in riet, op zoek naar insecten die uit de rietstengels worden gehakt. Foerageert vaak vrij hoog in de boom, in dunne takken en aan twijgen.

De volwassen pimpelmees heeft een vrij herkenbaar verenpak met zijn kobaltblauwe kruin, staart en vleugels die duidelijk afsteken tegen het geel van zijn onderkant. Het verschil tussen mannetje en vrouwtje is vrijwel niet waar te nemen. In juveniel kleed is hij op de kop groenig in plaats van blauw en op de wang gelig.

dinsdag 12 mei 2020

Rupsjes voor de jonge Grote bonte spechten

Gisteren was de Grote bonte specht aan de beurt. Beide ouder spechten waren druk in de weer om rupsjes te zoeken en die aan de jonge kuikentjes te voeden. De Grote bonte spechten foerageren voornamelijk op boomstammen, waarbij hij de bast beklopt om door insecten gegraven tunnels te vinden. Maar tijdens het groot brengen van de jonge verzamelen ze ook veel rupsen vanaf het blad van bomen en struiken.

Het koppel vloog heen en weer om de jonge kuikentjes in het nest van rupsjes te voorzien.

De Grote bonte specht is de meest algemene specht van Nederland. Zowel mannetje als vrouwtje roffelen op takken met een korte snelle roffel om territorium en paarband te versterken. Grote bonte spechten hakken in bomen een nestholte uit met een rond gat. Ze hebben een voorkeur voor zachte houtsoorten, zoals berken. Spechten kunnen op die manier hakken doordat de hersenen in een soort schokdempers zijn ingekleed. In de nestholte worden de eieren gewoon op het hout gelegd.

zaterdag 9 mei 2020

De rups van de Hageheld vlinder

Vanmorgen zag ik een rups, die zich al koorddansend over een afrasteringsdraad verplaatste. Het is de rups van de Hageheld vlinder, een dag en nacht actieve nachtvlinder.



De Hageheld vlinder (Lasiocampa quercus) is een algemene soort, vooral in bosrijke regio's en heideterreinen. De acht centimeter lange rupsen zijn dichtbehaard en de brandharen kunnen na aanraking, bij mensen huidirritatie veroorzaken. Waardplanten van de rupsen komen onder meer uit de geslachten Larix, Betula, Salix en Rubus. De Hageheld vlinder vliegt overdag van half juni tot half augustus. In mei kunnen we dus enkele de rups tegen komen. De hageheld is een grote en krachtige bruine vlinder uit de familie van de spinners.

De vrouwtjes zijn nog groter dan de mannetjes. Beiden hebben ze een opvallende gele, dwarslijn over de vleugels, naar de rand toe breder wordend. In het midden van de voorvleugels ligt een zwart-omrande, witte stip. De mannetjes hebben sterk gekamde voelsprieten. De spanwijdte bedraagt tussen de 45 en 75 millimeter.

De mannelijke vlinders fladderen vooral overdag bij zonneschijn snel zigzaggend rond, terwijl de vrouwtjes pas vliegen als het gaat schemeren. De vrouwtjes zitten in het gras. Ze vliegen vlak boven het gras en laten tijdens de vlucht hun eitjes vallen.

vrijdag 8 mei 2020

De Pimpelmees in de boomholte heeft jonge

Maandag 20 april 2020 filmde ik een Pimpelmees die een nest had in een holle boomstronk. Vandaag filmde ik er een die nog mooier verscholen zat. Er zat een holte achter een opengescheurde boombast van een dode wilg. De meesjes hadden al jonge. Ze vlogen onophoudelijk op en neer om de hongerige jong in het nest te voeden met wormpjes. Bij het verlaten van het nest namen ze regelmatig de uitwerpselen van de jongen mee om zo het nest schoon te houden.



De pimpelmees broedt van eind maart tot in juli in bosrijke gebieden met veel oude loofbomen komt de pimpelmees in de hoogste dichtheden voor, daar broeden zij in boomholtes. Ze hebben in die periode 1 tot 2 legsels met elk 7 tot 13 eieren. Broedduur: 13 tot 15 dagen. Pimpelmezen broeden behalve in boomholtes ook graag in nestkasten. De jongen zitten 18 tot 21 dagen op het nest. Als ze zijn uitgevlogen, worden ze nog zo'n 2 tot 3 weken gevoerd.

Het voedsel is gevarieerd. In broedtijd zijn dat vooral insecten en hun larven (rupsen), spinnen en andere geleedpotigen. In de winter ook veel zaden (o.a. berk, lariks, haagbeuk Spaanse aak) en pinda's; zijn dan ook veel te vinden op voedertafels. 's Winters ook in riet, op zoek naar insecten die uit de rietstengels worden gehakt. Foerageert vaak vrij hoog in de boom, in dunne takken en aan twijgen.

De volwassen pimpelmees heeft een vrij herkenbaar verenpak met zijn kobaltblauwe kruin, staart en vleugels die duidelijk afsteken tegen het geel van zijn onderkant. Het verschil tussen mannetje en vrouwtje is vrijwel niet waar te nemen. In juveniel kleed is hij op de kop groenig in plaats van blauw en op de wang gelig.

woensdag 6 mei 2020

De Kleine, Middelste en Grote bonte specht

De Benelux kent drie bonte spechten. De Kleine bonte specht, de Middelste bonte specht en de grote bonte specht. De Kleine bonte specht is de zeldzaamste van de drie. De middelste bonte specht komt al wat meer voor, maar de Grote bonte specht is de algemeenste van de drie bonte spechten die in ons land voor komen.


De kleine bonte specht is de kleinste specht in Nederland, niet veel groter dan een huismus. Ze klimmen behendig tegen boomstammen op en neer om voedsel te zoeken. In de broedtijd (vanaf maart) maar ook in de nazomer laten ze een kenmerkend "kie-kie-ki-ki-ki-ki-ki" horen. Hun roffel houdt langer aan dan de grote bonte specht en klinkt meer als een naaimachine. In de rest van het jaar zijn ze zwijgzaam en lastig te vinden.

De spechtensoort in opmars in Nederland is de Middelste bonte specht. Maar het is nog steeds de zeldzaamste in vergelijking tot de grote en kleine bonte specht. Hij is vooral in Oost- en Zuid-Nederland te zien. De middelste bonte specht houdt van oud eikenbos.

De meest algemene specht van Nederland is de Grote bonte specht. Zowel mannetje als vrouwtje roffelt op takken met een korte snelle roffel om territorium en paarband te versterken. Grote bonte spechten hakken in bomen een nestholte uit met een rond gat. Ze hebben een voorkeur voor zachte houtsoorten, zoals berken. Spechten kunnen op die manier hakken doordat de hersenen in een soort schokdempers zijn ingekleed. In de nestholte worden de eieren gewoon op het hout gelegd.

dinsdag 5 mei 2020

Spreeuwen wonen in oude spechtenholtes

Spreeuwen nestelen in natuurlijke holtes in bomen, meestal oude spechten holtes. Holtes van de Groene specht en de Grote bonte specht zijn geliefd vanwege de grootte van het vlieggat. De Middelste bonte specht en Kleine bonte specht hebben een te klein vlieggat en zijn daardoor niet te gebruiken.



Het verenkleed is glanzend zwart met, vooral in de zon, een weerschijn van bronsgroen (kop en achterhoofd) en verschillende variaties purper. Behalve voor kenners is er eigenlijk nauwelijks onderscheid te maken tussen het mannetje en het vrouwtje. Omdat de veren van het vrouwtje wat groter en breder zijn, en omdat de uiteinden van de contourveren wit gekleurd zijn, zijn de stippels van het winterkleed bij het vrouwtje groter en staan bovendien wat dichter opeen. Jonge spreeuwen zijn grijsbruin met een lichte keel.

Aan het eind van de zomer ruilen ze dit verenpak om voor dat van de volwassenen, zij het dat hun spikkels duidelijker zijn dan die van de oudere volwassenen die meer gemêleerd zijn. De lengte bedraagt ongeveer 21 cm; met een spanwijdte van 37–42 centimeter en een gewicht van 70-80 gram.

vrijdag 1 mei 2020

De liefdesbalts van de Fuut

Het is altijd weer fascinerend als je het liefdesritueel van de fuut kunt aanschouwen. Dat ritueel heet 'de balts'. Deze futen zijn te zien op het Beleven in Reusel. Beleven (uitspreken als Bele-ven) is een natuurgebied in het buitengebied van Reusel, tegen de grens met België.

Het mannetje begint zijn liefdes aanzoek met de balts. Als dat bij het vrouwtje welgevallig is, laat zij dat zien door samen te baltsen.

Futen staan bekend om hun baltsgedrag. Dan zwemmen ze naar elkaar toe, met de hals gestrekt, en zwemmen tegen elkaar op, met de borst uit het water geheven. In het voorjaar bouwt een futenpaar een speelnest op het water waar op ze uiteindelijk paren. Kort daarna wordt langs de waterkant een steviger nest gebouwd, waarin 3 tot 4 bleek blauwgroene eieren worden gelegd, die later verkleuren tot geel en bruin. De broedperiode loopt van maart tot en met juni.

Als het mannetje het vrouwtje heeft gevonden dan begint de balts. Een soort “hofmakerij” om vertrouwd met elkaar vertrouwt te geraken, als voorspel op de paring. Daarbij horen vaak allerlei karakteristieke gedragspatronen. Als je enige tijd naar vogels kijkt kun je er gemakkelijk een paar herkennen.