zaterdag 5 september 2015

Drone-regelgeving 1 oktober 2015

Soepeler regels voor ‘mini drones’ in de maak
Het gebruik van drones door commerciële gebruikers wordt eenvoudiger en toegankelijker. Gebruikers van zogeheten ‘mini drones’ hoeven vanaf 1 oktober niet langer een vergunning en ontheffing aan te vragen. Hiermee worden de regels voor commerciële en particuliere gebruikers van deze lichte categorie drones gelijkgetrokken. Wel worden de veiligheidseisen voor dit gebruik strenger, waardoor minder hoog en ver kan worden gevlogen.


Staatssecretaris Mansveld (Infrastructuur en Milieu): ‘Het commercieel gebruik van drones is de afgelopen jaren flink gegroeid en groeit nog steeds. Met de nieuwe regels wil ik meer duidelijkheid en ruimte creëren voor deze innovatieve sector en zorgen dat helder is aan welke veiligheidseisen moet worden voldaan.’

‘Mini drones’
Op dit moment kunnen particulieren zonder vergunning met een drone vliegen, terwijl commerciële gebruikers ontheffingen moeten aanvragen, omdat dit officieel nog niet toegestaan was. Dit leverde voor verschillende beroepsgroepen onpraktische situaties op. Met de nieuwe regels voor ‘mini drones’ (drones tot 4 kilo) wordt het voor commerciële gebruikers makkelijker om drones doelgericht en flexibel in te zetten. De beoogde regels worden de komende vier weken voorgelegd ter internetconsultatie. Voor particuliere gebruikers die hoger, verder of met zwaardere drones willen vliegen gelden straks dezelfde regels als voor commerciële gebruikers – tenzij ze op een modelvliegveldje bij een modelvliegvereniging vliegen.

Met het oog op de veiligheid moet degene die de ‘mini drone’ bedient zorgen voor een horizontale afstand tot bijvoorbeeld gebouwen en groepen mensen van minimaal 50 meter. De drone mag niet hoger dan 50 meter vliegen en niet verder dan 100 meter van de bestuurder. Drones moeten altijd voorrang verlenen aan ander luchtverkeer, 50 meter afstand van elkaar houden en mogen niet binnen een straal van 5 kilometer van luchthavens vliegen.

Gefaseerde openstelling luchtruim
Met het oog op veiligheid wordt gefaseerd gewerkt aan regelgeving voor het gebruik van drones. Hierdoor is het alle partijen binnen de sector mogelijk om op een veilige manier aan de onbemande vliegtuigen in het luchtruim te wennen en worden marktpartijen al wel in staat gesteld om commerciële vluchten uit te voeren. Om de aansluiting van de Nederlandse industrie op de Europese markt te optimaliseren, wordt voortdurend gekeken naar een goede aansluiting van onze regels op die in andere Europese landen.

De gefaseerde aanpak betekent dat commerciële bestuurders van een drone per 1 juli al een brevet en vergunning kunnen krijgen na het afleggen van een theorie- en praktijkexamen. Hiermee kunnen ze structureel vliegen met drones. Dit vervangt de verplichting tot aanvragen van een ontheffing voor een vlucht.



Wetgeving in België
In België is een nieuw Koninklijk Besluit in aankomst. Daarin zal duidelijk onderscheid gemaakt worden tussen professioneel en privé-gebruik. Bij privé-gebruik zou je boven privé-grond tot 30 meter hoogte mogen vliegen, zonder enige licentie. Professioneel gebruik mag na een medisch, theoretisch en praktisch examen. Vlieghoogte zal beperkt worden tot 300 voet (ofwel 90 meter). Daarnaast zal iedere professionele drone moeten ingeschreven en gekeurd worden. Deze wetgeving is voorzien in voege te treden in het najaar 2015.

Hieronder lees je de huidige wetgeving, die dus nog steeds van toepassing is.

Speelgoed luchtvaartuigen (om te spelen)
Speelgoed is gedefinieerd in de Europese richtlijn 2009/48 EG van het Europees Parlement en de Raad van 18 juni 2009 betreffende de veiligheid van speelgoed, als producten die (al dan niet uitsluitend) ontworpen of bestemd zijn om door kinderen jonger dan 14 jaar bij het spelen te worden gebruikt.

Dit betekent dat luchtvaartuigen die als speelgoed worden verkocht, ook als speelgoed dienen gebruikt te worden. Kinderen mogen er binnen en in de tuin mee spelen.

Model luchtvaartuigen voor recreatief en sportief gebruik

Op 29 juli 2013 werd een circulaire (GDF-01) gepubliceerd door het Directoraat-Generaal Luchtvaart betreffende
•het gebruik van modelluchtvaartuigen
•de aanleg van terreinen voor modelluchtvaartuigen
•de vliegregels voor modelluchtvaartuigen
•het organiseren van modelluchtvaartmeetings

Deze circulaire is van toepassing op het gebruik van radio bestuurde modelluchtvaartuigen met een maximum opstijgmassa van meer dan 1 kg en minder dan 150 kg. Dit voor sportieve en recreatieve doeleinden, die geen personen noch goederen vervoeren, die geen commerciële of professionele vluchten uitvoeren en die binnen het zichtbereik van de bestuurder vliegen.

De Circulaire bepaalt eveneens:
•de procedures om een machtiging tot uitbating van een modelluchtvaartterrein te verkrijgen
•de procedures voor de aanleg van een permanent of tijdelijk modelluchtvaartterrein waarop de modelluchtvaartuigen evolueren
•de vliegzone waarin de modelluchtvaartuigen evolueren
•de procedures voor de organisatie van een modelluchtvaartmeeting.

Dit betekent dat modelluchtvaartuigen enkel kunnen ingezet worden op de daartoe bestemde modelluchtvaartterreinen en onder geen beding daarbuiten.

De volledige lijst met modelluchtvaartterreinen erkend door het Directoraat-Generaal Luchtvaart is te vinden via:

http://www.mobilit.belgium.be/nl/Resources/publicaties/luchtvaart/pub_luchthavens_lijst_modelluchtvaartterreinen.jsp

Vliegzone
De vliegzone wordt begrensd door een cilinder met als basis de grond, een maximum hoogte van 120 meter en een straal van maximum 400 meter vanuit het referentiepunt van het modelluchtvaartterrein, tenzij anders bepaald in de machtiging tot uitbating van het modelluchtvaartterrein.

Buiten de controlegebieden (CTR) van de burgerlijke luchthavens kan het Directoraat-Generaal Luchtvaart, op schriftelijk verzoek, de hoogte van de vliegzone tot 200 m boven de grond optrekken in het kader van:
•modelluchtvaartmeetings
•modelluchtvaartwedstrijden die worden georganiseerd door de modelluchtvaartclubs of de erkende verenigingen
•proeven om een brevet te verkrijgen die georganiseerd worden door de erkende verenigingen

Professioneel gebruik
Vluchten met onbemande luchtvaartuigen voor professionele doeleinden vallen niet onder de Circulaire GDF-01 en kunnen tot op vandaag nog niet toegelaten worden in het Belgische luchtruim.

Deze luchtvaartuigen voldoen niet aan de toelatingsvoorwaarden van artikel 40 van het Koninklijk Besluit van 15 maart 1954 tot regeling van de luchtvaart. Zij beschikken niet over een certificaat van luchtwaardigheid, zijn niet ingeschreven in het luchtvaartregister en de piloten beschikken niet over een pilotenvergunning.

Onder strikte voorwaarden kan het Directoraat-Generaal Luchtvaart wel een toelating afleveren voor het uitvoeren van testvluchten (testen van het luchtvaartuig of testen van de nuttige lading) en vluchten voor wetenschappelijke doeleinden met een onbemand luchtvaartuig. Bovendien heeft het Directoraat-Generaal Luchtvaart een nieuw Koninklijk Besluit gemaakt om specifiek het gebruik van onbemande luchtvaartuigen voor professionele doeleinden in het Belgisch luchtruim te regelen.

Na publicatie van de Koninklijk Besluit zullen onbemande luchtvaartuigen voor professioneel op basis van een technisch dossier en een veiligheidsanalyserapport kunnen ingeschreven worden in het luchtvaartregister, kunnen de piloten een theorie-examen en een praktijkexamen afleggen voor het behalen van de pilotenvergunning en kunnen de organisaties op basis van een operationeel handboek voor de uit te voeren missies een uitbatingsvergunning bekomen. In het Koninklijk Besluit zijn ook de vliegverkeersregels opgenomen waaraan de onbemande luchtvaartuigen moeten voldoen. Zij krijgen beperkte toegang tot het luchtruim. In een tweede fase kunnen amendementen aan het Koninklijk Besluit op termijn leiden tot een bredere toegang tot het luchtruim.

Luchtvaartuigen lichter dan 1 kg
In geval van professioneel gebruik dienen deze luchtvaartuigen de regels opgenomen in het Koninklijk Besluit vermeld hierboven te volgen. Daar is het toepassingsgebied van 0 kg tot 150 kg.

In geval van recreatief en sportief gebruik is de Circulaire GDF-01 niet van toepassing en valt men terug op de basis, namelijk het Koninklijk Besluit van 15 maart 1954 waarbij er enkel mag gevlogen worden met luchtvaartuigen die beschikken over een certificaat van luchtwaardigheid, ingeschreven zijn in het luchtvaartregister en bediend worden door piloten met een vergunning.

Lees hier de volledige circulaire GDF-01
Deze tekst is opgemaakt in samenwerking met FOD Mobiliteit en Vervoer en bevat dus correcte informatie betreffende onbemande vluchten boven Belgisch grondgebied.