zaterdag 23 januari 2021

Hoog water door stuw in Belevensche Loop

Het waterpijl in de beken en vennen begint langzaam z'n normale hoogte te bereiken. Het heeft de laatste tijd ook veel geregend. De Waterschappen hebben de stuwen hoog staan om het water lang vast te houden en zo de kans te geven om in de grond te trekken en niet snel naar de Noordzee te laten stromen.


De Belevensche Loop is een van de bronbeken van het riviertje de Reusel. Het Hoevensche Loopje mondt uit in de Belevenvensche Loop, waarna het beekje de Reusel heet. De Reusel is een beekje dat ontspringt in het zuidwesten van Reusel dat stroomt via Reusel en Lage Mierde door Landgoed De Utrecht en vervolgens langs Baarschot en Diessen onder het Wilhelminakanaal door naar Moergestel waarna zij net ten zuiden van Oisterwijk overgaat in de Achterste Stroom.

De Belevensche Loop stroomt in z'n geheel door de zandgronden van de Kempen. Omdat de Kempen op een horst gelegen zijn, ligt de bron op de voor Noord-Brabant aanzienlijke hoogte van 30-31 meter boven NAP. De lengte van de beek is ongeveer 3 kilometer.

maandag 11 januari 2021

De Neterselse Heide in Winterse sferen

Eindelijk was het zover. Bij het ontwaken van de dag was het zaterdag 2 januari wit. Het had 's nachts 4 graden gevroren. Omdat de luchtvochtigheid 's nachts nog erg hoog was werden we 's morgens getrakteerd op een echt winters landschap, vooral omdat de zon zo fel op de ontstane rijp scheen.


De Neterselse Heide was mijn speeltuin tijdens mijn jeugd. Ik ben daar 1250 meter hemelsbreed vandaan geboren. Vanmorgen maakte ik met de mountainbike een rondje over een deel van dit natuurgebied. De opnames zijn gemaakt met een GoPro Hero 9, die voor op het frame was bevestigd.

De Neterselse Heide is in 2004 door de gemeente voor € 1 verkocht aan Brabants Landschap. Het gebied is gelegen ten noorden van Netersel en is 229 ha groot. Op de Neterselse Heide vindt men droge, maar vooral ook natte heide. Moeraswolfsklauw, beenbreek en klokjesgentiaan komen er voor, evenals witte snavelbies en zonnedauw. Van de vogels kunnen blauwe kiekendief, boomleeuwerik en roodborsttapuit worden genoemd. Een zeldzaam bostype is het dophei-berkenbroek. Dit bestaat uit open begroeiing van zachte berk op zure, voedselarme natte bodem. Het bos groeit traag en de bomen worden niet hoger dan 5 Ć  10 meter. De begroeiing bestaat uit dopheide, gagel, veenmossen en bulthaarmos. Op de natte zure en voedselarme bodems komt vegetatie van het Dopheideverbond voor. Karakteristieke soorten zijn hier Dopheide, Pijpestrootje, Trekrus, Veenbies en Veenpluis. Dit vegetatietype is vaak vergrast met Pijpestrootje.

Als gevolg van een verminderde toestroming van grondwater in Neterselse heide ontstaat verzuring. Deze ligt diep en heeft daardoor een ontwaterende werking. Zowel Mispeleindse en Neterselse Heide en Landschotse Heide grenzen aan landbouwgebied. Vooral de zuidelijke gelegen landbouwgebieden zijn van nature de wat hoger gelegen water voedingsgebieden. Door een combinatie van factoren (grondwaterstandsdaling, eutrofiƫring, successie) zal heide vergrassen.

zaterdag 9 januari 2021

De Zwarte specht

De Zwarte specht kwam vorig broedseizoen onverwacht in beeld. Op een vroege ochtend hoorde ik de vlucht-roep van de Zwarte specht. Zwarte spechten laten zich het hele jaar door horen. Er zijn verschillende roepen. Zo is er een vlucht-roep, een contact-roep, een alarm-roep en een monotone lach (minder uitbundig dan bij Groene Specht). Op dat zelfde moment zag ik de specht overvliegen. Deze grote zwarte vogel vloog in de richting waar ik enkele dagen eerder een grote holte in een populier had gezien. Ik kon nog net zien dat de specht tegen die zelfde boom lande. Nadat ik mij zeer voorzichtig die richting had bewogen en mij met een camouflagedoek verborgen had, kon ik beginnen met de opnames.


De Zwarte specht is een geheimzinnige bosvogel met een teruggetrokken levenswijze. Kan elk jaar een nieuw nest uithakken in dikke loofbomen. Zo biedt de zwarte specht holten voor bosuilen, boommarters en vele andere soorten. Ze zijn schuw en vliegen snel weg zodra ze een mens waarnemen, of blijven uit het zicht aan de andere kant van de boom. De roffel van de zwarte specht is langzamer, langer en zwaarder dan de grote bonte specht, als een mitrailleur. Zwarte spechten komen in Nederland het meest voor in uitgestrekte naaldbossen, afgewisseld door beukenlanen en -percelen. Ze hakken hun nestholte vooral uit in dikke beuken. Zwarte spechten foerageren graag in jong naaldhout op mieren (vooral houtmieren) en eten ook larven van in dood hout levende kevers.

woensdag 6 januari 2021

De Grote bonte specht

Tijdens het broedseizoen van het vorige jaar filmde ik een koppel Grote bonte spechten die jonge kuikentjes in het nest hadden. Ze volgen onafgebroken op en af met rupsjes en insecten om hun hongerige nakomelingen te voeden.


De Grote bonte specht is de meest algemene specht van Nederland. Zowel mannetje als vrouwtje roffelt op takken met een korte snelle roffel om territorium en paarband te versterken. Grote bonte spechten hakken in bomen een nestholte uit met een rond gat. Ze hebben een voorkeur voor zachte houtsoorten, zoals berken. In tegenstelling tot wat zijn naam doet vermoeden is de grote bonte specht een relatief kleine spechtensoort. Een volwassen exemplaar meet doorgaans 20 tot 24 centimeter en weegt 60 tot 110 gram. De vleugelspanwijdte bedraagt 34 tot 39 centimeter. In tegenstelling tot wat zijn naam doet vermoeden is de grote bonte specht een relatief kleine spechtensoort.

Het uithakken van een nestholte duurt gemiddeld 14-25 dagen. Zowel het mannetje als het vrouwtje hakken de langwerpige holte uit. De nestopening is ongeveer 5,5 cm breed en die leidt naar een ronde nestholte die 20-30 cm diep ligt en zo’n 12-15 cm breed is. Hetzelfde gat wordt vaak meerdere jaren na elkaar gebruikt. In de nestholte worden de eieren gewoon op het hout gelegd. Eveneens wordt er gebruik gemaakt van nestkasten. Overigens worden veel nestkasten ook zwaar beschadigd door het hakken rond het vlieggat. Dit wordt ook gedaan om bij de jonge vogels en/of de eieren te komen die uit het nest worden geroofd.

dinsdag 5 januari 2021

Pimpelmees in de vrije natuur

De meeste van ons kennen de Pimpelmees als bezoeker in onze tuinen. Ze leggen hun eitjes in een nestkast die wij voor ze ophangen. Maar hoe doen de Pimpelmezen dat in de vrije natuur? Gedurende het broedseizoen van het afgelopen jaar kwam ik ze op drie verschillende plaatsen tegen, in drie verschillende situaties.


De Pimpelmees is de eerste in de video, koos de kern van een weggerotte boomstronk van een Els. De meesjes vliegen zo snel in en uit het nest dat ze bijna niet opvallen.

De tweede situatie toon het in en uitvliegen door een spleet die toegang geeft naar het nest in een dode Wilg. De meesjes hadden al jongen. Ze vlogen onophoudelijk op en neer om de hongerige jong in het nest te voeden met wormpjes. Bij het verlaten van het nest namen ze regelmatig de uitwerpselen van de jongen mee om zo het nest schoon te houden.

Bij de derde situatie wordt gebruik gemaakt van een holte onder aan een wilg waar de boombast van is kapot geraakt. Waarschijnlijk is tijdens het maaien met een trekker de boom geraakt en beschadigd. Ook hier vlogen de meesjes onophoudelijk heen en neer om de hongerige jong in het nest te voeden met wormpjes. Bij het verlaten van het nest namen ze regelmatig de uitwerpselen van de jongen mee om zo het nest schoon te houden. Het nest zat verstopt onder in een uitgerot stuk boomschors van een zomereik.