woensdag 7 december 2016

Video: Het vogeljaar 2016

Het Vogeljaar 2016 is een foto-compilatie van Jozef van der Heijden.

Een willekeurige greep uit meer dan 15.000 foto's die in 2016 zijn gemaakt in de vrije natuur. Deze serie omvat enkel vogels, wat 75% van het repertoire van het totaal gemaakte natuurfoto's.

Het vogeljaar 2016 was voor veel vogels niet het beste jaar. Door de langdurige regen in het voorjaar en de storm en hagelbuien van de maand mei heeft een groot deel van de broed uit die periode vernietigd. Twee vogelsoorten die daar het meest onder leden waren de Grutto en de Kievit.

dinsdag 8 november 2016

De Eekhoorn en de zwartkop

De Eekhoorn die eerder bij de vogel-fotohut werd gefotografeerd, weet zijn weg naar de vijver en de noten intussen goed te vinden. Op deze beelden, die voor observatie met de wildcamera (wildtrap camera) zijn gemaakt, zit de Rode eekhoorn eerst te drinken, en daarna (in een tweede scene) gaat hij er met een noot vandoor.



Aan het einde duikt de Zwartkop op. Een bijzonder beeld, omdat de meeste Zwartkoppen wegtrekken naar zuid Europa. Kennelijk is dit najaar zacht genoeg om nog even in Nederland te blijven.

zondag 6 november 2016

De Gaai aan de vogel-fotohut

De Gaai is ook bekent als Vlaamse gaai, maar het Vlaamse is uit het namenregister gehaald en heet kortweg, Gaai. De wetenschappelijke naam van de gaai, Garrulus glandarius, is te vertalen als 'voortdurend krassende eikelzoeker'.

Dat typeert de gaai alleen in de winter, tijdens het broedseizoen juist opvallend stil. Van oorsprong vrij schuwe bosvogel, maar inmiddels ook volop in het stedelijk gebied te vinden. Gaaien hebben in het bos de functie van indringer-alarm; veel dieren reageren op hun alarmroep en verbergen zich. Zo kunnen de Gaaien de roep van de Buizert perfect imiteren. Gaaien zijn bekend om de opvallende blauw-zwart gestreepte tekening op de vleugel.

De Nederlandse gaaien blijven in Nederland in de buurt van hun broedgebied. Geregeld zijn er in het najaar 'invasies' van hoge aantallen gaaien die in groepjes uit het Oost-, Midden- of Noord-Europa (zoals in 2010) ons land bereiken. Als ze op de kust stuiten, lijken ze zich over het land te verspreiden. Zulke invasies vinden tot nu gemiddeld eens in de acht jaar plaats.

maandag 24 oktober 2016

De Koperwiek

De Koperwiek is vastgelegd met een Wildcamera, om de vogels te observeren die zich bij de vogel-fotohut ophouden.

Koperwieken zijn in de winter regelmatig (in groepjes) aan te treffen in weilanden, boomgaarden, bossen, parken en tuinen. Ze foerageren op besdragende struiken: duindoorn is populair, maar ook de bessen van hulst, lijsterbes en kardinaalsmuts worden graag gegeten. In zijn Scandinavische broedgebied broedt de koperwiek in dicht struikgewas en in bomen. Leeft vooral in naaldbossen, maar ook in berkenbossen en op bergvlaktes en zelfs in wilgenbos..

zondag 3 juli 2016

De kleinste Fuut is de Dodaars

Vanmorgen was ik al om kwart voor zes op het Beleven. Ik was daar om een video te maken van de Dodaars. Het eerste deel van het filmen van de Futen op het Beleven in het Noord Brabantse Reusel omvat de Dodaars, de kleinste uit de Futen familie in Nederland en België, wellicht ook van Europa.

De Dodaars dankt zijn naam aan de korte, witte achterwerk. Dodaarzen zijn broedvogels van ondiepe en beschutte wateren. Behalve duin meren, uiterwaarden, en vennen zijn brede sloten geliefde broedplaatsen. Het drijvende nest ligt in riet of ruigte aan de waterkant. Dodaarzen leven van waterinsecten, schelpdieren en kleine visjes. In de broedtijd vormen insecten het grootste deel van het menu. De aanwezigheid van waterplanten is een belangrijke voorwaarde voor het voorkomen van deze markante kleinste fuutachtige. De dodaars jaagt op het oog op waterinsecten en visjes.


Dodaazen zijn zeer compact gebouwd en hebben wit 'poederdons' als achterste. Het zijn schuwe vogels, die zich verstoppen zodra mensen opgemerkt worden door te duiken en zich aan waterplanten vasthoudt, de snavel als snorkel gebruikend. Op deze manier kan de dodaars zich lange tijd aan het gezicht onttrekken. Dodaarzen duiken regelmatig. In de zomer zijn dodaarzen donker gekleurd, met een roestrode keel en hals. De mondhoek is opvallend geel in het broedseizoen. Het winterkleed is een stuk lichter, het achterste is het gehele jaar voorzien van een vuilwitte 'poederdons', de 'dodde-aars'.

Dodaazen zijn 23 tot 29 cm groot, hebben een vrij korte snavel, die geschikt is om waterinsecten te eten. Ze zijn voorzien van zwemvliezen en kunnen goed duiken en voortreffelijk onder water zwemmen. Vaak duiken ze weer op uit het water, op ruim vijftig meter van de plaats waar ze onder doken.

Waterkwaliteit is waar het om draait voor de dodaars. Hoe zuiverder het water, hoe rijker het is aan waterinsecten. Bovendien is het belangrijk dat het water voldoende helder is: dodaarzen zijn oogjagers. De belangrijkste oorzaken voor de afname van de dodaars zijn dan ook de slechte waterkwaliteit als gevolg van inspoeling van meststoffen en verstoring tengevolge van water- en oeverrecreatie. Verbetering van de waterkwaliteit is de belangrijkste maatregel. Het uiterst voedselrijke water dat via de landbouwgronden in sloten, vaarten en meren terecht komt, leidt tot een sterke toename van voor dodaarzen als voedselbron ongeschikte witvissoorten. Bovendien verarmt de onderwatervegetatie én de daarbij horende rijkdom aan waterinsecten en weekdieren.

De vertroebeling van het water (vaak verergerd door karpers) maakt het voor een oogjager als de dodaars extra moeilijk om de toch al minder talrijk aanwezige prooien op te sporen. Ook een onnatuurlijk waterpeilbeheer (laag in de winter en hoog in de zomer) leidt tot een afname van geschikte broedgelegenheid. In een aantal regio's lopen momenteel projecten van milieufederaties en/of waterschappen, die verbetering van de waterkwaliteit tot doel hebben. Gepleit moet worden voor het tegengaan van betreding van - delen van - oevers van geschikte wateren in de broedtijd, van maart tot begin juni. Het schonen van sloten en vaarten en het branden of maaien van oevervegetatie vlak voor of in de broedtijd dient voorkomen te worden.

dinsdag 14 juni 2016

Drones: Wat mag nu wel en niet?

U mag als particulier vliegen met een drone, als u zich aan de regels houdt. U moet uw drone bijvoorbeeld altijd kunnen zien. Ook mag u niet binnen de bebouwde kom vliegen.



Waar mag ik wel en niet vliegen?
In verband met de veiligheid, mag u uw drone niet overal laten vliegen.
■ U moet op veilige afstand van mensen, spoorlijnen, wegen, gebouwen en andere bouwwerken vliegen. Advies is: houd minimaal 50 meter afstand.
■ U mag alleen met uw drone vliegen als er geen andere luchtvaartuigen in de buurt zijn.
■ U mag niet binnen een straal van 3 kilometer rondom een vliegveld vliegen waar geen plaatselijke luchtverkeersleiding is.
■ U mag niet binnen een straal van 3 kilometer van no fly zones vliegen.
■ U mag niet vliegen rond de vliegvelden Schiphol, Groningen, Rotterdam, Maastricht, Leeuwarden, Deelen, Volkel, Eindhoven, Gilze-Rijen, De Peel, Woensdrecht, Kleine-Brogel, Den Helder, Niederrhein. Dit zijn door de luchtverkeersleiding gecontroleerde luchtruimen (de CTR’s – controlezones).

Hoe ver en hoe hoog mag ik vliegen?
Zodra u een vliegtuig of helikopter ziet naderen moet u zo snel mogelijk landen. Om die reden kunt u beter niet hoger dan 50 meter vliegen. En ook niet verder dan 100m. Dit advies voor de maximale hoogte en afstand wordt mogelijk straks verplicht.

Eisen gewicht drone
Een particuliere drone mag niet zwaarder zijn dan 25 kilogram. Deze regel wordt op korte termijn aangepast. Dan geldt mogelijk een maximumgewicht van 4 kilogram voor particulier gebruik.

Eisen aan de omstandigheden van de vlucht
De overheid stelt ook eisen aan de omstandigheden waarin u vliegt. Bijvoorbeeld:
U moet de drone altijd kunnen zien.
U mag niet in het donker vliegen.
U mag niet hoger vliegen dan 120 meter boven de grond of het water.
U moet altijd voorrang geven aan alle andere luchtvaartuigen, zoals vliegtuigen, helikopters, zweeftoestellen en luchtschepen. Dit betekent dat u direct moet landen zodra u een luchtvaartuig ziet naderen.

Filmen en foto’s maken met een drone
U mag voor privégebruik luchtopnamen maken met uw drone. Dit valt onder recreatief gebruik. Wel moet u zich houden aan de privacywetgeving als u video’s en/of foto’s maakt. Dit betekent dat u de privacy van iemand anders moet respecteren. Meer over dit onderwerp leest u in de Handleiding drones en privacy.

Overzicht regels particuliere drones
Een overzicht van alle regels staat in de regeling modelvliegen. Deze regeling wordt binnenkort aangepast.

Straffen bij onrechtmatig gebruik drone
Houdt u zich niet aan de regels? Dan kunt u een boete krijgen. Dit kan bijvoorbeeld een geldboete zijn. Het is ook mogelijk dat uw drone in beslag wordt genomen. Mensen die vaker de fout in gaan, kunnen een gevangenisstraf krijgen.

Verzekering
Veroorzaakt u schade met uw drone? Dan kan het slachtoffer u aansprakelijk stellen voor de schade en/of verwondingen. Daarom is het belangrijk dat u checkt of uw WA-verzekering eventuele schade die uw drone aan derden toebrengt dekt. Niet iedere WA-verzekering doet dit. De schade kan soms zeer hoog (tot duizenden euro’s) oplopen.

Mag ik een drone inzetten voor zakelijk gebruik?

U mag alleen beroepsmatig vliegen met een drone als u een vergunning hebt. U kunt deze vergunning aanvragen bij de Inspectie Leefomgeving en Transport (Il&T).

Wanneer gelden de regels voor zakelijk gebruik?
Als u uw drone inzet om geld te verdienen of voor uw bedrijfsvoering gebruikt, gelden de regels voor zakelijk gebruik. Dit wil zeggen dat u een vergunning moet aanvragen. Ook gelden er eisen aan de bestuurder en de drone. Met de eisen voor commerciële vluchten met drones wil de overheid ervoor zorgen dat de vluchten veilig verlopen.

Bedrijven die drones inzetten voor zakelijk gebruik zijn bijvoorbeeld videoproductiebedrijven die luchtopnames maken. Of inspectiebedrijven die drones gebruiken om moeilijk bereikbare locaties te bekijken.

Particulier gebruik van een drone
Gebruikt u de drone niet om geld te verdienen of voor uw bedrijfsvoering? Dan is er sprake van privégebruik van de drone. In die gevallen moet u zich houden aan de regeling modelvliegen. U hoeft dan geen vergunning aan te vragen.

Filmen en foto’s maken met een drone
Maakt u luchtopnamen met een journalistiek of commercieel doel? Dan valt u onder de regeling die geldt voor beroepsmatig gebruik van uw drone. Uiteraard moet u zich ook houden aan de privacywetgeving als u dergelijke video’s en/of foto’s maakt. Meer over dit onderwerp leest u in de Handleiding drones en privacy.

Nieuwe regels beroepsmatig gebruik drone per 1 juli 2016
Sinds 1 juli 2015 gelden nieuwe regels voor beroepsmatig gebruik van drones. U hoeft voor uw bedrijf geen ontheffing meer aan te vragen. Wel moet u sinds 1 juli een vergunning hebben: het ROC (RPAS operator certificate).

U krijgt een ROC als:
■ uw drone piloot een brevet heeft;
■ uw drone een bewijs van luchtwaardigheid heeft;
■ u een goedgekeurd operations manual heeft.

De nieuwe regels staan in de regeling op afstand bestuurde luchtvaartuigen.

Eisen aan de omstandigheden van de vlucht
De overheid stelt ook eisen aan de omstandigheden waarin u vliegt. Bijvoorbeeld:
■ U of een waarnemer moet de drone altijd kunnen zien.
■ U mag niet in het donker vliegen.
■ U moet altijd voorrang geven aan alle andere luchtvaartuigen, zoals vliegtuigen, helikopters, zweeftoestellen en luchtschepen.

De voorwaarden zijn bedoeld om de veiligheid van uzelf en anderen zoveel mogelijk te garanderen.

Beleidsvoornemen: introductie mini-drone
De Rijksoverheid is van plan een nieuwe categorie drones te introduceren: de mini-drone. Deze categorie is bedoeld om het verschil in regelgeving tussen de beroepsmatige en de particuliere gebruiker van drones te verkleinen. De regels voor particuliere en beroepsmatige gebruikers van de mini-drone worden dan hetzelfde.

Straffen bij onrechtmatig gebruik drone
Houdt u zich niet aan de regels? Dan kunt u een boete krijgen. Dit kan bijvoorbeeld een geldboete zijn. Het is ook mogelijk dat uw drone in beslag wordt genomen. Mensen die vaker de fout in gaan, kunnen een gevangenisstraf krijgen.
Als u een ongeluk veroorzaakt met uw drone, kan het slachtoffer u aansprakelijk stellen voor de schade en/of verwondingen.

zondag 5 juni 2016

De Blauwgele ara en zijn trainer

Tegen de middag ontmoeten ik op 'De Lusthoven' in het buitengebied van Arendonk een man met een Blauwgele ara. Hij was op de fiets de mooie papegaai aan het uitlaten. Ik was met de mountainbike op weg naar het 'Gewestbos' in Ravels. Ik kneep in de remmen en vroeg of ik een foto van de man met de ara mocht maken. Hij stemde daar direct mee in. Dus heb ik snel mijn Coolpix camera uit mijn achterzak gepakt.


Of ik ook een filmpje kon maken", vroeg de man. Ik moest een stuk doorrijden en van daaruit de video starten, waarop hij de vogel de vrije vlucht gaf en er zelf met de fiets achteraan kwam. Uiteraard gaf ik de man mijn visitekaartje van mijn fotoblog, waar ik de Youtube-video zou posten.

maandag 2 mei 2016

Het ijsvogel paar op Landgoed Wellenseind

Het ijsvogelpaar op Landgoed Wellenseind vliegt nu ongeveer anderhalve week op en neer met kleine visjes in de snavel voor de jonge in het nest. Na de foto's, werd het tijd voor de videocamera.

De ijsvogel is voor het jagen afhankelijk van wateren die helder en ijsvrij zijn met veel kleine visjes. Het liefst leeft hij in schaduwrijke gebieden, waar hij bij de jacht niet wordt gehinderd door de reflectie van licht.

De aanwezigheid van geschikte uitkijkplaatsen is van minder groot belang. In de broedtijd leven de vogels voornamelijk in de nabijheid van steile oeverwallen van zand of leem nabij water, waar een nesthol kan worden uitgegraven. Soms broeden zij ook in steile wanden die wat verder van het water afliggen, maar dit komt zelden voor.


Landgoed Wellenseind is een relatief jong landgoed met bijzondere kenmerken. Éen van die kenmerken is de grote landschappelijke gevarieerdheid. De twee meanderende beken, die in het noordelijk deel van Wellenseind bijeenkomen, zijn de kern van het geheel. De beekdalen, gelegen tussen dekzandruggen en beboste stuifzanden, geven een mooi beeld van hoe vroeger grote delen van Noord Brabant er uit hebben gezien. Ze verlenen het gebied een grote aardkundige en historische betekenis. De broekbossen, rabatten en watersystemen in de beekdalen vormen één van de parels van het landgoed.

zaterdag 30 april 2016

De IJsvogel op Landgoed Wellenseind

De IJsvogel vliegt op en af om kleine visjes naar het nest met jonge aan te voeren op Landgoed Wellenseind. Landgoed Welleneind ligt in het Brabantse Lage Mierde.

donderdag 18 februari 2016

Het wordt voorjaar op het Beleven

Het wordt voorjaar op het Beleven, en dat is te zien aan de watervogels op het Beleven. Steeds meer Meerkoeten zijn gearriveerd en roepen elkaar toe, alsof de eerste tekenen van de paring al zijn begonnen.


De Wilde eenden zijn ook massaal aanwezig. Zij broeden van februari tot augustus. Ze brengen per jaar 2 tot 3 legsels voort van 6 tot 10 eieren soms meer. Daar waar voedselrijke wateren zijn, daar zijn zonder twijfel wilde eenden te vinden. Boerensloten, kanalen, rivieren, vennen; vrijwel elk water voldoet wel. Ze maken hun nest met mos, donsveertjes en kleine takjes op de grond. Het nest wordt niet altijd in de buurt van het water gemaakt. Geregeld nestelen wilde eenden ook in tuinen.

Meerkoeten broeden van maart tot augustus. Het nest wordt aan de waterkant gebouwd van riet en waterplanten, maar ook van drijvend afval zoals stukken papier of plastic. In een nest worden 5 tot 10 grijswitte tot zandkleurige eieren met bruinzwarte vlekjes en puntjes uitgebroed in een tijdsbestek van 21 tot 25 dagen.

De jongen, wanneer ze overleven, worden door beide ouders begeleid en kunnen na ongeveer 8 weken vliegen. Overleeft van een nest slechts een enkel jong of zelfs geen (omdat de jongen een gewilde prooi zijn voor reigers en meeuwen), dan doen de ouders een volgende poging. Per broedseizoen doen de ouders 2 tot 3 pogingen een nest jongen groot te brengen.

zondag 17 januari 2016

De Kleine zwaan op het Beleven

Gisteren, wat later op de avond begon het te sneeuwen. Dus was ik vanmorgen al vroeg op het Beleven in Reusel om het ontwaken van het Beleven in het sneeuwlandschap vast te leggen. Vannacht is het landschap op Het Beleven bedekt met een dun wit sneeuwtapijt. Vanmorgen was het ook op het water wit, maar dan wel van de Kleine zwaan. De Kleine zwanen waren met ruim twintig exemplaren talrijk vertegenwoordigd.


De Kleine zwaan op het Beleven

De witte zwanen zijn Kleine zwanen. De Kleine zwanen zijn kleiner als de Wilde zwaan en hebben in verhouding een grotere kop en het geel op de snavel blijft niet schijn naar voren tot aan de snavelrand doorlopen, maar trekt zich weer terug naar de mondhoek.

De kleine zwaan (Cygnus bewickii) is de kleinste van de drie soorten zwanen die regelmatig in Nederland en België voorkomen. De soort is nauw verwant aan de fluitzwaan, uit Noord-Amerika, en wordt ook wel als een ondersoort van deze soort beschouwd: Cygnus columbianus bewickii. Kleine zwanen broeden 's zomers op de Russische toendra. In de winter komen ze met duizenden naar onder andere Nederland om daar te overwinteren.

Kleine zwanen verschillen van de knobbelzwaan onder andere door hun grootte. De kleine zwaan wordt zo'n 127 centimeter, en de knobbelzwaan wel 150 centimeter (snavelpunt tot staart). Kleine zwanen hebben bovendien geen knobbel bovenop de snavel, en de vlek op de snavel is geel, in tegenstelling tot de oranje kleur die een groot deel van de snavel van de knobbelzwaan heeft. Van de wilde zwaan, die even groot is als de knobbelzwaan, verschilt de kleine zwaan behalve door het formaat ook doordat de gele vlek op de snavel van de wilde zwaan groter is, en naar voren in een punt uitloopt; de gele vlek van de kleine zwaan is kleiner, aan de voorkant afgerond, en loopt niet zo ver naar voren door.

Kleine zwanen foerageren soms met honderden tegelijk op graslanden. 's Avonds is hun roep te horen als ze van de voedselplek naar een veilige slaapplek vliegen. Zo'n plaats is vaak een meer of afgesloten natuurgebied dat 's nachts voldoende veiligheid biedt. Kleine zwanen zijn vanaf oktober tot maart te zien in Nederland.