Mijn naam is Jozef van der Heijden. Ik woon in de Brabantse Hulsel. Ik fotografeer al sinds de 70er jaren. Ik begon met een kleinbeeld fotocamera en een Super 8 filmcamera met geluidsregistratie. Op de boerderij filmde ik Groenlingen en Kneuen die de jongen op hun nest verzorgde. Mijn interesse gaat naar de natuur in het algemeen. Van vogels tot paddenstoelen, mossen, korstmossen en landschappen. Maar vogels fascineren mij wel het meest. Daarnaast ben lid van diverse natuurbescherming organisaties. (zie de logo's hieronder)
Grote zilverreigers zijn te vinden in waterrijke gebieden, zoals ondiepe natuurplassen, natte weilanden en sloten. Daar doen ze zich te goed aan vissen, kikkers en muizen. De vogels zijn flexibel en trekken bij aanhoudende vorst verder naar het zuiden.
Grote zilverreiger op de Kattesteertvijver - Retie
Het is een grote witte reiger, die voor weinig vergissing kan zorgen. Ze hebben een lange gele snavel en doorgaans zwarte poten. In de broedtijd worden de poten gedurende een korte periode rood en de snavel zwart. Er is geen verschil tussen mannetjes en vrouwtjes. Het voedsel is heel divers, voornamelijk vis, maar ook kikkers, muizen, kleine vogels en mollen. Deze reiger foerageert actiever dan de blauwe reiger in poelen en ander ondieper water met vis. Soms jagen ze ook op muizen in grasland.
De grote zilverreiger is van oorsprong een vogel uit het oostelijke, mediterrane gebied. Door het beschikbaar komen van geschikte leefgebieden heeft deze hagelwitte reiger zijn verspreiding inmiddels uitgebreid. Met name in de winter zijn grote aantallen te vinden in weidegebieden.
In de jaren tachtig van de vorige eeuw was de grote zilverreiger nog een zeldzaamheid, maar nu is hij algemeen geworden en zijn ze met name in de herfst en winter een algemene verschijning.
Groepen van honderden Grauwe ganzen bevolken de plassen, vooral na het broedseizoen. Ze maken steeds meer gebruik van gebieden met water zoals plassen die grenzen aan grasland, waar ze foerageren.
Groepen Grauwe ganzen bevolken de plassen
Na het broedseizoen verzamelen de ganzen zich in grotere groepen op graslanden, moerassen en op de akkers. De plassen fungeren dan als een belangrijke rustplaats waar ze minder te duchten hebben van predatoren.
Tijdens de vogeltrek vliegen grauwe ganzen in een V-formatie, waarbij ze een schor klinkende gak-gak roepen. Andere soorten ganzen zoals de kolgans en de brandgans, die ook in Nederland in grote aantallen overwinteren, vliegen ook in V-formatie, en maken vergelijkbare geluiden, maar minder schor.
Zaterdag 20 juni 2020 was Brabant het decor van één van de 5 Instameets die dit weekend plaatsvinden in Nederland op initiatief van WelkomteruginNL. Bloggers en Instagrammers werden meegenomen op ontdekking langs een aantal parels in onze mooie provincie Noord Brabant. De video is nu voorzien van ondertiteling, vandaar een terugblik op deze leerzame excursie.
Met Frans Kapteijns en VisitBrabant naar de Flaestoren
Een deel van Landgoed De Utrecht, gelegen op grondgebied van Esbeek en Lage Mierde, was het eerste deel van de dag. Boswachter Frans Kapteijns en Tamara Ernst van VisitBrabant leiden de gasten door de mooie natuur nabij de Flaes. Na de ontvangst van de genodigde en een kop koffie kon de wandeling beginnen. De Flaes is een 4,9 ha groot natuurven in het zuidoostelijke deel van het landgoed. Landgoed de Utrecht is een ca. 2500 hectare groot landgoed ten zuiden van het dorpje Esbeek in de gemeenten Hilvarenbeek en Reusel-De Mierden.
Een deel van Landgoed De Utrecht, gelegen op grondgebied van Esbeek en Lage Mierde, was het eerste deel van de dag. Boswachter Frans Kapteijns en Tamara Ernst van VisitBrabant leiden de gasten door de mooie natuur nabij de Flaes. Na de ontvangst van de genodigde en een kop koffie kon de wandeling beginnen. De Flaes is een 4,9 ha groot natuurven in het zuidoostelijke deel van het landgoed. Landgoed de Utrecht is een ca. 2500 hectare groot landgoed ten zuiden van het dorpje Esbeek in de gemeenten Hilvarenbeek en Reusel-De Mierden.
Alle deelnemers die deze leerzame excursie wandeling bijwoonden
Wie zegt Landgoed De Utrecht, denkt gelijk aan de de Flaes en het Goorven. Landgoed De Utrecht is een ontginningslandgoed dat is ontstaan door het ontginnen van heide grond. Het doel hiervan was het tot stand brengen van akkergronden en productiebossen. Rond 1850 bestond het gebied uit uitgestrekte heidevelden, in feite gedegradeerd bos met name als gevolg van houtkap en overbeweiding. Uit de Topografische en Militaire Kaart van circa 1850 blijkt dat het gedeeltelijk om natte heide ging; in het gebied liggen verschillende vennen en vennetjes. Na de uitvinding van de kunstmest aan het eind van de negentiende eeuw werden schapen overbodig als leverancier van dierlijke mest, en daarmee de heide als graasgrond. Grootschaliger dan voorheen werden de heidevelden ontgonnen.
De droge heide werd bebost en de vochtige heide omgezet in cultuurgrond: dit zijnde zogenaamde ‘jonge heideontginningen’. Binnen het gebied lagen de oude, middeleeuwse ontginningen Dun, Tulder en Lange Gracht. Vooral de geschiedenis van Tulder of Teulder gaat ver terug: rond 1400 waren hier al percelen in cultuur gebracht en ontstond er een pleisterplaats met een bierbrouwerij en jeneverstokerij. Bij de ontginning van het landgoed zijn deze buurtschappen met hun akkercomplexen grotendeels bebost.
Landgoed De Utrecht kent drie grote vennen als de Flaes, de Kleine Flaes en het Goorven. De Flaes heeft een oppervlakte van 4,9 ha, de Kleine Flaes is 1,8 ha groot en het Goorven 5,6 ha. De natuurreservaten het Goor en de Flaes, in het zuidoosten van De Utrecht, vormen een kern van het vogel eldorado op het landgoed. Gelegen tussen uitgestrekte boscomplexen, omringd door de natte Neterselse- en Mispeleindse heide, roepen deze oer-oude vennen herinneringen op aan lang vervlogen tijden, toen alleen een oude turfsteker op de hoogte was van het bestaan van deze sompige moerassen. Momenteel telt het landgoed in totaal meer dan 130 soorten broedvogels met beroemde soorten als de genoemde ijsvogel, nachtzwaluw, zwarte specht, bonte specht, kerkuil, bosuil, wulp. Zelfs een kolonie Aalscholvers broeden in bomen midden in de Flaes, die vanaf het 22 meter hoge balkon van de Flaestoren goed waren te zien gedurende de vroege broedperiode.
Op 11 november 2011 is de uitkijktoren de Flaestoren geopend, naar een ontwerp van Luijten Smeulders Architecten uit Tilburg. Door acht van het landgoed afkomstige bomen, elk 25 meter lang en 3000 kg zwaar, te combineren met slanke stalen kolommen is een open structuur gecreëerd waarin, door een afwisseling van trappen en bordessen, een makkelijk te belopen route naar het uitzichtbalkon op 22 meter hoogte leidt. Vandaar en vanaf elke traptrede er naar toe, heb je een prachtig uitzicht over het niet toegankelijke deel van het natuurgebied De Flaes en het Goorven en de bossen er rondom heen.
Alle personen in deze video hebben verklaard geen bezwaar te hebben om herkenbaar gefilmd te worden.
Veel vogelliefhebbers zoeken naar plekken waar ze ongestoord vogels kunnen spotten. Maar waar vind je vogelkijkhutten? Om je daarbij te helpen heb ik een aantal video's in een kijklijst "Waar vind ik vogelkijkhutten" samengevoegd.
Waar vind ik vogelkijkhutten en Uitkijktorens
Pelt - België.
De vogelkijkhut aan de Provincievijver ligt in natuurgebied Hageven van het Belgische Pelt en vormt met het Bergeijkse deel het internationale natuurgebied Plateaux-Hageven.
Oud Turnhout - België.
De vogelkijkhut en de kijktoren vindt u op het grondgebied Landschap De Liereman in het Belgische Oud Turnhout.
Winkel en Zevendonk - België.
De vogelkijkhut in Natuurgebied Winkelsbroek ten zuiden van het Belgische gehucht Winkel en Zevendonk staat op palen.
Balen-Hulsen - België.
Kijktoren Straalmolen nabij het Belgische Balen-Hulsen kent twee verdiepingen.
Turnhout - België.
Kijktoren 'Bels Lijntje' ligt aan de voormalige tramspoorlijn in het Turnhoutse vennengebied.
Middelbeers - Nederland.
De uitkijktoren op de Landschotse Heide nabij Middelbeers en Westelbeers, biedt een uitkijk over het Wit Hollandven.
Lichtaart - België.
De vogelkijkhut aan de Snepkensvijver ligt aan de Herentalsesteenweg van het Belgische Lichtaart naar Herentals.
Balen-Hulsen - België.
De vogelkijkhut in natuurgebied Griesbroek bij het Belgische Balen-Hulsen ligt wat verscholen.
Arendonk - België.
Vogelkijkhut 'de Vogelaar' op ‘t Goorken nabij het Belgische Arendonk ligt aan de noordkant van de natuurplas.
Sint-Lenaarts - België.
De vogelkijkhut op natuurgebied Kooldries ligt aan een van de kleiputten van de voormalige steenfabrieken in de regio van het Belgische Sint-Lenaarts.
Goirle - Nederland.
Vogelkijkhut 't Abts Moer op de Regte Heide ten zuidwesten van het Nederlandse Goirle, biedt uitzicht over het Riels Laag.
Balen - Scheps - België.
De vogelkijkwand in Natuurgebied Scheps, ten zuiden van het Belgische Balen is een juweeltje van een beekvallei.
Dessel-Heide - België.
De vogelkijkwand Goorvijver tegenover recreatiepark Campinastrand aan de Zanddijk van het Belgische Dessel-Heide ligt aan een voormalige visvijvers, "Het Goor".
Nieuwe Heide - Best.
Op de grens van Son en Best is in samenwerking met verschillende natuurorganisaties aan de koelvijver een vogelkijkhut geplaatst.
Strabrechtse Heide - Heeze.
Vogelliefhebbers hebben met de gloednieuwe vogelkijkhut op de Strabrechtse Heide in Heeze bijgekregen waar ze lang op moesten wachten.
Einderheide - Riethoven.
De Uitkijktoren Einderheide aan het Aartsepad nabij Riethoven is 26 meter hoog.
Hou ut Moi - Soerendonk.
Elke wandelaar en fietser die vaak in natuurgebied ’t Goor, nabij Soerendonk komt, zal vogelkijkhut 'Hou ut Mo' wel eens bezocht hebben.
Egelven - Valkenswaard.
Toen in de zomer van 2010 de oude vogelkijkhut afbranden, wilden Brabants Landschap op dezelfde plek een minder kwetsbare toren terug bouwen.
De Liskes - Bergeijk.
De Vogelkijkhut De Liskes biedt prachtige uitzichten over de voormalige viskweekvijvers in het buitengebied van Bergeijk.
Olen - België.
Op natuurgebied Olens Broek is er voor de liefhebbers door het Agentschap voor Natuur en Bos een vogelkijkhut gebouwd.
De Turkse tortel in deze video was zijn veren aan het verzorgen, wat essentieel is om goed te kunnen vliegen. Een goed verenkleed draagt bij aan de overlevingskansen van een vogel.
De Turkse tortel in de Appelboom
Tussen de takken met bladeren zit hij veilig en beschut. Vaak is de alertheid van een poetsende vogel wat minder en een beschutte plek maakt de kans dat predatoren de vogel aan zal vallen een stuk kleiner. Net als alle andere vogels verzorgt de Turkse tortel zijn veren om stof, parasieten en vuil te verwijderen, wat bijdraagt aan een goede hygiëne.
Turkse tortels zijn aangepast aan een leven in en rond tuinen, parken en landschappen met begroeiing. Daarnaast leven en broeden ze ook op boeren erven en in bebouwde woonkernen. Ook buiten steden kunnen ze bij menselijke bebouwing worden aangetroffen. Ze zoeken naar plaatsen waar voedsel gevonden kan worden en waar hun jongen groot gebracht kunnen worden.
De Turkse tortel heeft een uitzonderlijk groot voortplantings- en verspreidingsvermogen. Ze kunnen tot wel vijf legsels per jaar grootbrengen, waarbij hun jongen zich over zeer grote afstanden kunnen verspreiden.
De vogelkijkwand Leemputten ligt in Biezenmortel tussen Rijksweg N65 en Waterbank - Biezenmortel en Ciderij het Groenewoud, aan de rand van de grote Leemputten plas. Zwartkoppen en grasmussen zingen hier. Op het water kunt u 's winters grote zaagbekken en nonnetjes zien en verschillende eenden. De Leemputten is een natuurgebied van 86 ha in bezit van de Stichting Brabants Landschap in het Brabantse dorp Biezenmortel.
Vogelkijkwand De Leemputten - Biezenmortel
Het gebied ligt ingeklemd tussen Udenhout, Biezenmortel en Haaren. De graslanden die om de Leemputten heen liggen, worden begraasd. Zo ontstaan ‘mantels’ en ‘zomen’: geleidelijke overgangen van bos via struweel naar grasland. Het zijn ideale broedplaatsen voor vogels. Vanaf 1970 wordt er ook zand gewonnen, op grootschalige wijze. Gelukkig wordt daarbij rekening gehouden met de natuur. Zo ontstaan zandwinplassen met grillige oeverlijnen, flauwe taluds en kleine eilanden. Een aalscholverkolonie heeft de plassen al gevonden. Net als naar vis duikende futen en driftig heen en weer lopende plevieren. Het is er nat, maar bij het vogelkijkscherm hou je droge voeten.
Vogels die u kunt zien: Boomklever, Boomkruiper, Buizerd, Fuut, Groene Specht, Grote Bonte Specht, Grote Canadese Gans, Grote Zilverreiger, Holenduif, Knobbelzwaan, Staartmees, Stormmeeuw, Vink, IJsvogel, Zanglijster, Zwartkop.
Even voorbij Ciderij het Groenewoud aan de Hooghoutseweg bij de T-kruising links, met de weg. Aan de kruising van de Hooghoutseweg en de afgesloten deel van de Nachtegaallaan (Biezenmortel) is in de wegberm plaats om een paar auto's te parkeren. Hier parkeren en deze afgesloten weg in wandelen. Ongeveer 330 meter verder rechts af het pad in lopen naar de kijkwand. Na ongeveer 275 meter bent u bij de kijkwand.
Kijkscherm De Leemputten ligt aan het einde van het pad, dat na zo'n 150 meter over gaat in een smal wandelpad. Helaas moest ik mij daar een weg banen door met een stuk afgevallen tak de bramen en brandnetels die het pad overwoekerde weg te halen, maar hopelijk wordt hier onderhoud gepleegd. Brabants Landschap is ingelicht over de huidige situatie.
Egelven is een plas op het Valkenswaardse deel van Landgoed Valkenhorst. Natuurgebied Valkenhorst ligt ingeklemd tussen Valkenswaard en Heeze-Leende en staat bekend om zijn vogelrijkdom en voormalige visvijvers. Valkenhorst wordt beheerd door Brabants Landschap. Op verzoek van Waterschap de Dommel is in 2004 het zuidelijke deel van de voormalige viskwekerij in Valkenswaard een broedvogelinventarisatie uitgevoerd. Vogelwerkgroep De Kempen had inventarisaties uitgevoerd in de voormalige viskwekerij. Dit was belangrijk omdat het gebied een aantal veranderingen onderging nadat de viskweek gestopt was.
Vogelkijkscherm en Uitkijktoren Egelven - Valkenswaard
Het geïnventariseerde gebied is grofweg op te delen in 3 elementen. Van zuidwest naar noordoost loopt de Tongelreep. In het zuiden worden de twee aanvoersloten afgesplitst welke vanaf dit punt min of meer parallel lopen met de Tongelreep. De oostelijke aanvoersloot vormt aan die kant de begrenzing van het gebied. Het tweede element zijn de voormalige kweekvijvers die in het noordoostelijke deel van het gebied liggen. In tegenstelling tot de vijvers ten noorden van de weg Valkenswaard-Leende, zijn deze vijvers nagenoeg geheel van rietkragen verstoken. Verder is in het gebied veel dood hout aanwezig, zowel 'horizontaal' als 'verticaal'. De totale oppervlak van het gebied bedraagt 52ha. Daarvan beslaan de vijvers ongeveer 12 ha. Het gebied wordt in het oosten begrensd door het Leenderbos, in het noordwestelijke deel wordt het gebied begrensd door de hengelvijvers.
Totaal zijn 53 soorten met een totaal van 521 territoria vastgesteld. Dat komt dus neer op 10 territoria per hectare. Enkele soorten, die op grond van het biotoop verwacht konden worden, zijn niet vastgesteld. Met name kunnen hier de Fitis en de Gekraagde roodstaart genoemd worden. De meest zuidelijke vijver blijkt het meest geschikt voor Dodaarzen. Deze vijver bevat enige begroeiing in de vorm van riet. De begroeiing bevindt zich vooral in de vijver. Een rietkraag om de vijver is nauwelijks aanwezig. Bij de andere vijvers ontbreekt riet nagenoeg helemaal. Indien zich bij deze vijvers een rietkraag zou ontwikkelen zou de dodaarzenstand nog behoorlijk kunnen stijgen.
Vogelsoorten: Barmsijs, Fuut, Gaai, Grauwe Gans, Grote Zilverreiger, Knobbelzwaan, Koekoek, Kokmeeuw, Kolgans, Koolmees, Kuifeend, Merel, Pimpelmees, Roerdomp, Roodborst, Tafeleend, Vink, Waterpieper, Winterkoning, Witgat, Woudaapje en de Zanglijster.
Vogelsoorten: Barmsijs, Fuut, Gaai, Grauwe Gans, Grote Zilverreiger, Knobbelzwaan, Koekoek, Kokmeeuw, Kolgans, Koolmees, Kuifeend, Merel, Pimpelmees, Roerdomp, Roodborst, Tafeleend, Vink, Waterpieper, Winterkoning, Witgat, Woudaapje en de Zanglijster.
Een supermaan is een volle maan die wat groter is dan normaal. Dit komt doordat de maan dichter bij de aarde staat, zo'n 27.000 km. Dit lijkt veel, maar de gemiddelde afstand van de maan tot de aarde is 384.000 km.
De Supermaan van 5 november 2025
De maan kwam aan het eind van de middag op. Zodra het donker werd kon je hem bij helder weer goed zien. Er trok wel bewolking over het land en dat versluierde de maan gedeeltelijk, maar toen de maan hoog genoeg stond verdween de wolkensluier.
Een opkomende maan lijkt sowieso wat groter, maar dat is een optische illusie. Onze hersenen willen het beeld van de maan vergelijken met andere voorwerpen, maar doordat de maan zo ver weg staat overschatten onze hersenen de grootte van de maan. Vergis je niet in hoe groot de supermaan is. De maan is 7 % groter dan normaal en dat is met het blote oog bijna niet te zien. Een supermaan komt een paar keer per jaar voor. De volgende supermaan is op 5 december. Supermanen volgen elkaar altijd op, omdat de maan de ene helft van het jaar dichtbij de aarde staat en de andere helft van het jaar veraf.
Een volle maan is altijd wel de moeite waard om even naar te kijken, dus de supermaan is niet supergroot, maar wel supermooi.
Het Olens Broek en Langendonk is een natuurgebied tussen de Kleine Nete en het Kanaal Bocholt-Herentals. Het ligt direct ten oosten van Herentals en ten noorden van Sint-Jozef-Olen. Het gebied is ongeveer 185 ha groot en wordt beheerd door het Agentschap Natuur en Bos. Het is Europees beschermd als onderdeel van Natura 2000-gebied Valleigebied van de Kleine Nete met brongebieden, moerassen en heiden. Voor de liefhebbers is er door het Agentschap voor Natuur en Bos een vogelkijkhut gebouwd.
Vogelkijkhut Natuurgebied Olens Broek - Olen
Natuurgebied Olens Broek langs de Kleine Nete maakte een mooie comeback. Het was bijna volledig verwoest door landbouwontginning en verdroging maar staat vandaag opnieuw in volle bloei. Het 185 hectare grootte Olens Broek is één van de laatste restanten van het groot moerassencomplex Geels Gebroekt. Tussen 1950-1970 ontgon men dat gebied bijna volledig voor landbouwgebruik. In 1993 startte de Vlaamse overheid met de uitbouw van het natuurgebied. Van 15 maart tot 1 juli is een deel van het wandelpad door het Olens Broek afgesloten. Hiermee willen we tijdens de broedperiode van de vogels in het centrale deel van het natuurgebied meer rust creëren. Om toch van de natuur te kunnen blijven genieten zijn er voor de wandelaars alternatieve routes beschikbaar.
Vogelkijkhut Natuurgebied Olens Broek
LET OP: Knuppelpad afgesloten omwille van veiligheidsredenen
Het Agentschap voor Natuur en Bos sluit het knuppelpad in Olensbroek. Het pad verkeerde in een slechte staat. Helaas heeft de overvloedige regenval en langdurige aanwezigheid van water in Olensbroek het vlonderpad extra schade toegebracht. De beheerder kan de veiligheid van de bezoekers niet langer garanderen. Een omleiding is voorzien via de knooppunten 51 naar 50 of 53 en van 60 naar 53 of 52. De wandelroute van het Koperdorppad volgt een omleiding via de knooppunten 55 naar 51-53-60-52.
Er is een overgang van droge zandgronden met struikheide, klein warkruid en heideknotszwam. Op de wat nattere voedselarme delen vindt men wilde gagel, zonnedauw en moeraswolfsklauw. De voedselrijke veenbodem wordt gekenmerkt door moeraswederik, snavelzegge, gele lis en melkeppe. Tot de broedvogels behoren: wielewaal, nachtegaal, zwartkop, tuinfluiter, kleine karekiet, waterral grasmus en tuinfluiter. De sijs is hier een wintergast.
Plattegrond Olens Broek
Dit reservaat is het resultaat van natuurherstel, want een aanzienlijk deel ervan was een landbouwontginning die ten prooi viel aan verdroging. Het is een onderdeel van het vroegere, veel grotere, Geels Gebroekt, dat tussen 1950 en 1970 vrijwel volledig ontgonnen werd. Vanaf 1993 werd dit gebied hersteld. Hierbij werden oude veenkuilen weer open gemaakt, werd de voedselrijke bovenlaag verwijderd en werden de elementen van het gebied, zoals elzenbroekbos, hooilanden, houtwallen en rivierduinen, weer als zodanig beheerd.
Tot het natuurgebied behoort ook de Hellekens, dicht tegen Herentals aan, dat in de jaren '60 van de 20e eeuw met zand uit het Albertkanaal werd opgespoten. Dit gebied werd later omgevormd tot een waterbergingsgebied, waarbij ook een voormalige meander van de Kleine Nete weer werd hersteld.
In de periode dat ik met Super-8 filmde - in de jaren 70 van de vorige eeuw - kreeg ik de kans om van een school een 16 mm filmprojector te verwerven. Het was een Siemens 2000 die van optisch geluidsspoor naar magneet geluidspoor kan worden omgeschakeld. De projector die ik heb is van het type St. TL 6.7. Dit type is van het productiejaar 1960.
Siemens 2000 - 16mm Vintage filmprojector
De Siemens 2000 is een 16 mm filmprojector die door de fabrikant in 1951 op de markt werd gebracht, aanvankelijk zonder geluid. Later werd de projector uitgerust met geluidsweergave. Dankzij het modulaire ontwerp was de daaropvolgende ombouw van een stomme filmapparaat naar een apparaat voor geluidsfilm mogelijk. Het werd op scholen gebruikt voor schoolfilms. Als een van de weinige 16 mm projectoren kon je de Siemens 2000 omschakelen van 16 naar 18 en 24 frames per seconden. Dat omschakelen ging traploos met behulp van een draaischakelaar. Ter controle kon je op een stroboscoopschijf aflezen of de 16, 18 of 24 frames per seconden nauwkeurig werd afgesteld.
De mogelijkheid van continu variabele snelheidsregeling maakte het apparaat interessant omdat kopieën van stomme films ook met de juiste snelheid kunnen worden gedemonstreerd.
Enkele jaren voordat de bioscoopdivisie van Siemens uitkwam werd in 1969 nog een Vario Lens voor de Siemens 2000 gepresenteerd.
De Vogelkijkhut De Liskes biedt prachtige uitzichten over de voormalige viskweekvijvers in het buitengebied van Bergeijk. In de jaren 50 van de vorige eeuw werd de Dommel rechtgetrokken, om de waterafvoer te versnellen en zo landbouw mogelijk te maken tot tegen de rivieroever. Het volledige gebied droogde hierdoor uit zodat de moerassige kern van het nabij gelegen Hageven in het Belgische Pelt veel kleiner werd. Deze foute ingreep uit vroeger tijden is in 2008 gedeeltelijk hersteld door 10 meanders uit te graven.
Vogelkijkhut in natuurgebied De Liskes - Bergeijk
De (kweek)vijvers zijn een verhaal apart. Het zijn er liefst dertien, zoals de Beeken, de Pastoorsweijer en de Liskes, met elkaar verbonden door de Beekloop. Dwars door de vijvers lopen dammetjes waar je overheen mag lopen. Hier werden vroeger karpers en waterlelies gekweekt. De voormalige vijvers zijn omringd door moeras, broekbos en wuivende rietpluimen. Vers water wordt aangevoerd via de Belgische vloeiweiden van Lommel en de Beekloop. Hoog uitlopende bomen zorgen voor beschutting, waar eindeloos veel vogels minstens zo genieten als de eenzame wandelaar. Het gebied, in 992 aangekocht door Natuurmonumenten, is superstil en adembenemend. Je hoort alleen ruisend struweel en vogelgeluiden. Een nietsvermoedende bezoeker, die roerloos met zijn vogelkijker de waterplassen aftuurt, schrikt zich dan ook bijna een ongeluk, als we hem over een tapijt van gras van achter naderen en groeten.
In de Liskes is enkele jaren geleden een kijkhut gebouwd waar iedereen hoopt een glimp van de ijsvogel, het woudaapje of de roerdomp op te vangen. Of van een van de andere vijftig soorten die zijn gespot. Geen wonder dat het gebied voor watervogels een paradijselijke broedplaats is; de vijvers barsten van het voedsel. Toch wordt er over het algemeen niet meer gevist, laat staan dat er nog vis wordt gekweekt. De natuur heeft een nieuwe kans gekregen. Alleen bij de wat jongere visvijvers aan het begin van de tocht mogen hengelaars van Ons Vermaak proberen een grote jongen te verschalken.
Het meest opvallende verschil tussen echte libellen en een juffers zijn de verschillen in hun ogen en vleugels. Echte libellen zijn robuuster en hebben bredere- en gespreide vleugels, terwijl juffers slank en tenger zijn en hun vleugels in rust langs het lichaam houden. Ze hebben hun ogen aan de zijkanten van de kop, in plaats van de voorkant. De ruimte tussen de ogen is dan ook duidelijk te zien.
Levenscyclus van Echte Libellen en Juffers
De familie van de libellen onderscheiden we in twee ondersoorten, de ongelijkvleugelige Echte libellen en de gelijkvleugelige Juffers. Bij de echte libellen zijn de achtervleugels breder dan de voorvleugels. De voor- en achtervleugels zijn bij de juffers gelijk. Ook de rustpositie is anders, echte libellen spreiden de vleugels in rust, en juffers vouwen deze tegen elkaar achter het lichaam.
Echte libellen en juffers leven in of bij zoetwater, waar ze zich voortplanten. Ze hebben behoefte aan schoon, zuurstofrijkwater met een constant waterpeil en vegetatie om te schuilen en eieren te leggen. Het grootste deel van het leven van een libel of juffer speelt zich af onderwater. Volwassen libellen paren in de vorm van een zogenaamde paringswiel, zoals de Bruine korenbout en de Watersnuffel in deze video. Een paringswiel is de houding die twee libellen aannemen bij het paren. Nadat het mannetje het vrouwtje in de tandem houding heeft genomen, brengt het vrouwtje haar geslachtsopening tegen het secundair geslachtsorgaan van het mannetje. Op die manier kan ze de spermatofoor van het mannetje ontvangen. Een koppel kan uren in die positie blijven en daarbij ook rondvliegen.
Na de paring zet het vrouwtje de eitjes af, zoals bij de Grote keizerlibel in deze video, die haar eitjes in het water afzet. De eitjes van libellen komen na enkele weken tot enkele maanden uit, afhankelijk van de soort, watertemperatuur en van het tijdstip in het seizoen. Eenmaal uitgekomen verschijnt eerst de zogenaamde prolarve, die in later stadium uitgroeit tot een larve. De larve maakt in het onderwater stadium twee tot drie vervellingen door. Bij de meeste soorten duurt het larvenstadium iets korter dan een jaar tot bijna twee jaar.
Een volgroeide larve heeft nog één vervelling voor de boeg, de vervelling van larve naar imago, het volwassen stadium. In deze video is het uitsluipen van de Gewone oeverlibel in beeld gebracht. Voor het uitsluipen klimt de volgroeide libellenlarve uit het water. Dit gebeurt bijvoorbeeld langs een plantenstengel die in het water of op de oever staat. De larve houdt zich dan stevig vast en vervelt voor de laatste keer. De huid van kop en borststuk barsten open en heel langzaam komt de volwassen libel eruit. Wanneer kop, borststuk en poten eruit zijn, grijpt de libel zich vast aan de plantenstengel en trekt zijn achterlijf uit de larvenhuid.
Vervolgens blijft het kleurloze diertje nog een tijd hangen en pompt zich door middel van lichaamsvloeistof op. Het achterlijf strekt zich langzaam en krijgt de langgerekte vorm van een volwassen libel. Ook de vleugels strekken zich langzaam maar zeker uit, wat in de beelden versneld is weergegeven. Aanvankelijk zijn de vleugels nog te zacht om te vliegen. Pas na enige tijd uitharden is de libel klaar voor zijn eerste vlucht en vliegt weg van het water, meestal naar de eerste de beste boom of struik. Het lege larvenhuidje blijft achter langs de waterkant. Het hele uitsluipproces duurt meestal langer dan een uur. In die tijd is de libel zeer kwetsbaar voor natuurlijke vijanden, zoals vogels, kikkers en mieren.
Jonge imago's hebben enige tijd nodig om geslachtsrijp te worden. Als ze geslachtsrijp zijn vindt de paring plaats en worden weer de eitjes afgezet. De levenscyclus is nu rond. De voornaamste functies van een volwassen libel is de voortplanting en verspreiding naar andere gebieden, waarmee uitwisseling tussen populaties wordt bereikt en nieuwe geschikte gebieden worden gekoloniseerd. De totale levensduur van een imago varieert van een tot enkele weken bij juffers, en enkele weken tot twee maanden bij grotere libellen. Dit is dus veel korter dan het larvenstadium. De weersomstandigheden hebben een grote invloed op de werkelijke levensduur. De bruine en noordse winterjuffer overwinteren als imago en leven daardoor uitzonderlijk lang, tot wel negen maanden.
Het aantal libellen in Nederland is sinds 2008 met 28% afgenomen. Dit past bij het beeld dat de biodiversiteit onder druk staat als gevolg van de klimaatverandering. Vooral libellensoorten die van kou houden verdwijnen snel. Belangrijke oorzaken zijn warme zomers, droogte en een slechte kwaliteit van het water.
Aan de Asselbergen ten oosten van het Belgische Arendonk staat aan het beekje de Wamp een een twaalf meter hoge uitkijktoren die uitzicht zou moeten bieden over natuurgebied Lokkerse Dammen, dat deel uitmaakt van de Vallei van de Wamp, een moerassig gebied met laagveen, heide en rietlanden als open water en langs sloten, wilgen- en gagelstruiken, en grote hoeveelheden springbalsemien.
Uitkijktoren aan Vallei van de Wamp - Arendonk
Het Agentschap voor Natuur en Bos (ANB) plaatste in 2007 aan de westzijde van de Asselbergen, dicht bij het informatiebord langs het riviertje de Wamp, een twaalf meter hoge uitkijktoren. De kijktoren wordt in Arendonk een blunder genoemd. Het is echter een 'uitzichttoren zonder uitzicht', omdat de omstaande bomen hoger zijn dan de toren zelf. Natuurlijk heb je vanuit de toren wel uitzicht, maar men zag de toren liever in het moerasgebied staan, dat zal het zijn.
Door het rechttrekken van de beekje de Wamp daalde het waterpeil waardoor het moerassige Goorken verlandde. Door kappingen ontstonden open waterpartijen en de oevers werden geplagd. Vandaag groeien er massa’s zonnedauw en zowel struikheide als dopheide steekt de kop op.
Het samenspel tussen zuur, Kempens grondwater en kalkrijk kanaalwater geeft het Goorken een uitzonderlijk hoge natuurwaarde. Grondwater, met voedselrijk water van de Maas, verrijkt de van nature ijzerrijke en voedselarme Kempense bodem. Deze plaatsen verruigen met planten als riet, harig wilgeroosje en koninginnekruid. Op de overgangen tussen het voedselarme en voedselrijke water ontstond trilveen met draadzegge en kleine egelskop.
De kleine bonte specht is de kleinste specht in Nederland, niet veel groter dan een huismus. Om voedsel te zoeken klimmen ze behendig op en neer tegen boomstammen. In de broedtijd, die loopt van maart tot augustus laten ze zich veel horen. Beide geslachten roffelen, al doet het mannetje dit meer. Hun roffel houdt langer aan dan de grote bonte specht maar klinkt sneller en hoger. In de rest van het jaar zijn ze zwijgzaam en lastig te vinden.
Zo hakt de Kleine bonte specht een nestholte uit
De kleine bonte specht blijft vaak hoog in de bomen en is daardoor moeilijker te zien dan andere spechten. Deze specht heeft een Zwart-wit verenkleed zonder rode buikvlek. De lichaamslengte van een volwassen vogel bedraagt 14 tot 16 centimeter en heeft een vleugelspanwijdte 25 tot 27 centimeter. Het mannetje heeft een rode kruin, aan de zijkanten gebiesd met een zwarte streep, terwijl het vrouwtje een geheel zwarte kruin heeft en is dus geheel zwart-wit gekleurd.
In het voorjaar hakken zowel het mannetje als het vrouwtje een nestholte in een dode boom of tak, vaak in zachte bomen zoals berk, populier of wilg. Soms wordt echter een oude nestholte of een natuurlijke boomholte gebruikt. De specht maakt een vlieggat met een diameter van 3 tot 3,5 centimeter, doorgaans tien tot twintig meter boven de grond. De schacht naar de nestholte verbindt de holte met het vlieggat en kan relatief lang zijn. Vaak bevindt de eigenlijke holte zich dertig centimeter of meer onder de ingang, die zelf 10 tot 18 centimeter diep is. Het uithakken van een nestholte kan twee tot vier weken duren, dit kan variëren afhankelijk van de specifieke boomsoort en de omstandigheden.
De bodem van het nest is bedekt met houtkrullen en fijn zaagsel. Het vrouwtje legt 4 tot 6 witte eitjes, die door beide ouders worden uitgebroed. Na ongeveer twee weken komen de jongen uit, die daarna nog drie weken in het nest blijven. Beide ouders voeden de jongen met insecten. Na het uitvliegen kunnen de jongen nog enige tijd begeleid worden door de ouders. Daarna verspreiden ze zich naar de directe omgeving om hun eigen voedsel te zoeken. Tegen de tijd dat een specht ongeveer een jaar oud is, bereikt deze de geslachtsrijpheid en kunnen zich voortplanten.
De kleine bonte specht voedt zich met keverlarven, bladluizen en andere kleine ongewervelden. Hij pikt deze uit schorsspleten en dode takken. In de winter is hij minder opvallend, maar in het voorjaar is zijn trommelgeluid een goede manier om hem op te sporen. In Nederland blijft de kleine bonte specht het hele jaar in zijn broedgebied. Ze zoeken in de herfst en winter buiten het eigen territorium naar voedsel, niet zelden in het gezelschap van mezen. In de winter eet hij ook zaden en soms boomsappen.
In Nederland is de kleine bonte specht een vrij talrijke broedvogel in gebieden met voldoende bossen. Doordat bosbeheerders in bestaande bossen vaker verouderd dood hout laten liggen, komt er steeds meer geschikt leefgebied voor de kleine bonte specht. Door meer oude bomen te laten staan, blijven er meer bomen behouden waar de kleine bonte specht zijn nest in uit kan hakken.
Nederland telt ongeveer 5000 tot 6500 broedparen. Tot 1996 telde deze specht nog maar 4 broedparen. Tussen 2002 en 2018 nam het aantal toe tot ongeveer 50 broedparen.
Het domein ‘De Leeuwerk’ in het Belgische Sint-Lenaarts is een 19 hectare groot gebied en werd door de gemeente Brecht in 1980 aangekocht. Het landschap toont de overblijfselen van de kleiputten die verwijzen naar de steenbakkerij geschiedenis van Sint-Lenaarts. Het domein is vrij toegankelijk voor wandelaars. Ongestoord bekende en vreemde vogels observeren doe je bij de kijkwand.
Vogelkijkwand op De Leeuwerk - Sint Lenaarts
Omstreeks 1930 waren er 19 steenbakkerijen langs het kanaal Dessel-Schoten. Er werden hier dan ook massa’s klei uit de bodem gehaald. De inwoners van Sint-Lenaarts worden niet zomaar de Kleipikkers genoemd. De Leeuwerk is een 19 hectare groot gebied dat nog herinnert aan het steenbakkersverleden. De gemeente kocht het aan met de bedoeling het typische kleiputtenlandschap te borgen. De waterplassen zijn dus geen natuurlijke vennen, maar ze werden door de kleipikkers uitgegraven.
Eerst was dit zware handenarbeid, nadien werden baggermolens ingeschakeld. De waterpartijen vormen nu een mooi stukje natuur. Ze zijn een thuis voor tal van vogels en zijn rijk voorzien van vis. In domein de Leeuwerk zijn er geen bewegwijzerde wandelingen, maar er zijn wel wandelpaden aangelegd, zodat iedereen er naar hartelust de natuur kan opsnuiven.
Waarnemingen.be meldt soorten als: Aalscholver, Blauwe Reiger, Brilduiker, Dodaars, Fuut, Geoorde Fuut, Grote Canadese Gans, Grote Zaagbek, Grote Zilverreiger, Kleine Zilverreiger, Knobbelzwaan, Kolgans, Kuifeend, Meerkoet, Nonnetje, Ooievaar, Pijlstaart, Purperreiger, Roerdomp, Slobeend, Smient, Visarend, Wilde Zwaan, Wintertaling, Witgat, Witoogeend, Zomertaling en Zwarte Zwaan.
Ook dit jaar is het vogelbestand weer achteruit gegaan. De natuur staat zwaar onder druk. Laten we hopen dat we later niet aangewezen worden om van vogels te genieten door deze op video te bekijken en dat de mens eindelijk werk maakt om de natuur te zien als de basis van ons bestaan en de natuur niet meer te blijven gebruiken als een bron van verrijking.
Vogels in de Tuin, Bos, Water en Heide
De stikstofdepositie blijft alsmaar toenemen en de regering komt niet met de gepaste maatregelen om de stikstof uitstoot een halt toe te roepen. Als gevolg daarvan, en door het gebruik van landbouwgif, zijn er veel minder insecten. De ouder vogels voeden hun jonge kuikentjes met dat eiwitrijke rupsen en insecten. De kuikentjes die uit het ei zijn gekomen zijn vaak al zo ondervoed dat ze al na een dag sterven. Andere liggen met gebroken pootjes in het nest door kalkgebrek. Ook die sterven na een paar dagen.
Ik wens de kijkers veel plezier met deze video. De video telt 35 hoofdstukken met allemaal verschillende vogelsoorten. De hoofdstukken worden getoond door met de muis over het beeld te bewegen. Onder in beeld verschijnt dan de naam van de vogel die op dat moment in beeld is. Er zitten fragmenten bij met vogels en hun levenswijze die je bijna niet ziet tijdens een wandeling.
Aan de zuidkant van het Kanaal Dessel-Turnhout-Schoten op grondgebied van het Belgische Sint-Lenaarts, gemeente Brecht ligt het natuurgebied Kooldries en Hoofsweer. Aan de voormalige kleiputten - waar de grondstoffen werden opgegraven de baksteen fabrieken in de regio - is een vogelijkhut gerealiseerd. Een bezoekt aan Natuurgebied Kooldries en Hoofsweer in Sint-Lenaarts is pas geslaagd als je de vogelkijkhut hebt aangedaan. Neem zeker de tijd om vogels te spotten dankzij de vogelkijkwand aan de grootste van de 17 kleiputten.
Vogelkijkhut in Kooldries Hoofsweer - Sint Lenaarts
De Kooldries meet 17 hectare en het Hoofsweer meet 30 ha. Kooldries kwam in beheer bij Natuurpunt en Hoofsweer bij het Agentschap Natuur en Bos. Uiteindelijk werden deze gebieden samengevoegd, maar het beheer bleef in handen van voornoemde organisaties. Dit gebied is een restant van de vroegere steenfabrieken. Tijdens het graven van het Kempisch Kanaal in de negentiende eeuw stootte men in de streek op omvangrijke kleilagen. Onmiddellijk naast het kanaal ontstonden er talrijke steenfabrieken, die van de klei gebruik maakten. Zij lieten vele kleiputten in het landschap achter.
De ligging naast het kanaal creëert een wisselwerking tussen het uitdrogen en vernatten van de onderliggende kleilaag. Dit zorgt voor een unieke fauna en flora. Een verscheidenheid aan planten waaronder de zeldzame ronde zonnedauw, libellen en vlinders en vele vogelsoorten die je kan bewonderen aan de kleiputten. Het gebied is enkel toegankelijk voor wandelaars en honden moeten aan de leiband blijven.
In de Kooldries komen zeven soorten amfibieën voor: bruine en groene kikker, pad en vier soorten watersalamanders. In sommige vijvers, waar vissen zwemmen, tref je weinig of geen salamanders aan, in andere zijn ze talrijk. De grootste en ook zeldzaamste is de kamsalamander, die hier in drie vijvers rondzwemt. Poelen en vijvers zijn van levensbelang voor amfibieën. In het water komen veel kleine waterdiertjes voor die als voedsel dienen. In de paartijd zetten de amfibieën hun eitjes af in het water, veelal verscholen tussen de vegetatie. Om een populatie gezond te houden is een uitwisseling van dieren uit verschillende waterpartijen noodzakelijk. In heel Vlaanderen werkt Natuurpunt aan de bescherming van waterrijke gebieden om de overlevingskansen van amfibieën te vergroten.
Waarnemingen.be meldt soorten als: Aalscholver, Blauwe Reiger, Brilduiker, Dodaars, Fuut, Geoorde Fuut, Grote Canadese Gans, Grote Zaagbek, Grote Zilverreiger, Kleine Zilverreiger, Knobbelzwaan, Kolgans, Kuifeend, Meerkoet, Nonnetje, Ooievaar, Pijlstaart, Purperreiger, Roerdomp, Slobeend, Smient, Visarend, Wilde Zwaan, Wintertaling, Witgat, Witoogeend, Zomertaling en Zwarte Zwaan.
Start de wandeling bij Taverne Cuvée Hoeve. Het zijn avontuurlijke wandelroutes waarvan de paden niet verhard zijn. Het is dan ook raadzaam om goed wandelschoeisel aan te trekken en bij slecht weer laarzen.
Wandelen in Kooldries en Hoofsweer. tartpunten: Kooldries, Boudewijnstraat, 2020 Sint-Lenaarts Sint-Lenaarts, België.
Vogelaars kunnen weer ongezien observeren in nieuwe hut in Soerendonks Goor. Vogelkijkhut 'How ut Moi' aan Het Goor in het Brabantse Soerendonk is gelegen aan een natuurven waar vaak eenden en reigers op te zien zijn is in opdracht van Staatsbosbeheer geheel vernieuwd. De hut heeft geen achterzijde. Dat is om te voorkomen dat er hangjeugd in komt. Voor de hut is ook een bankje waar u uw telescoop of fotocamera op kunt zetten. De grote zilverreiger wordt hier met enige regelmaat waargenomen.
Vogelkijkhut "How ut Moi" - Soerendonks Goor
Waarom heet deze vogelkijkhut aan Het Goor nu 'Hou ut Moi'. Vanuit het Brabants dialect is de boodschap duidelijk; 'Houdt het mooi'. Maar dat lijkt vanzelfsprekend.
Elke wandelaar en fietser die vaak in natuurgebied ’t Goor, Soerendonk komt zal opgevallen zijn dat er grote metamorfose plaatsvindt nabij het ven aan Het Kranenveld. Het reservaat bestaat uit een grote waterplas met aansluitend een moerassig gebied, dat wordt doorstroomd door de Naaste Aa, die stroomafwaarts overgaat in de Strijper Aa. De plas is rijk aan watervogels, die kunnen worden waargenomen vanuit een vogelkijkhut. Het Soerendonks Goor sluit in het westen aan op de Groote Heide en in het zuiden op de Gastelse Heide.
Tijdens de vogeltrek zijn er regelmatig kleine zwanen en wilde zwanen te zien. Langs het zandpad, die achter de plas door loopt, zitten vaak vele barmsijzen. Aan de andere kant sluit het Goor aan op de Groote Heide en de Gastelse Heide waar typische heidevogels verblijven en mogelijk ook de gekraagde roodstaart, paapje of beflijster. Het Goor bestaat overwegend uit elzen en berkenbroekbos, met kleinere oppervlakten rietmoeras, struweel en ruigte bij de waterplassen. De paden zijn doorgaans goed te bewandelen. Wel kunnen er een paar zeer drassige stukken tussen zitten. Laarzen zijn daarom zeer aan te bevelen.
De reden tot hernieuwen kwam naar aanleiding van de nieuwe ontwikkelingen en biotopen rondom en in de buurt van het vogelmeer. Zoals de slenk met voedselarm en heldere water, ten gunste van de kranswieren, die pal voor de hut is aangelegd met daartussen een kade die het voedselrijke meer, zoals we die al jaren kennen, van elkaar scheidt. Omdat de hut op een ander uitkijkpunt zou worden geplaatst, is er zelfs nog overwogen om deze in zijn geheel te verplaatsen maar de door moeder natuur aangetaste staat van de 25 jaar oude ‘How ut Moi’ hut, simpelweg door slijt op materialen en soms door vernieling, was onhaalbaar en is besloten een volledig nieuwe te bouwen.
Wat als eerste opvalt is de open ingang gezien vanaf de straatkant met als uitgangspunt om sociale controle te creëren en het respect voor natuur en materialen te behouden. De hut is gebouwd met hout van Douglassparren uit het Leenderbos, is ook wat verder naar het water toe verplaatst en voorzien van een open en houten hekwerk tegen de hut aan, want betekent dat er niet meer zoals voorheen vóór de hut plaatsgenomen en gespot kan worden. Aan de voor- en zijkanten zijn kijkopeningen op verschillende hoogtes aangebracht en voorzien van zelf-bedienbare luiken met opzetdelen voor extra benodigdheden. In het midden staat een zeer stevig verankerde bank op een dikke laag organisch grit.
Locatie: Kijkhut 'How ut Moi', aan het Kranenveld even buiten Soerendonk.
In 2004 hebben vrijwilligers van Natuurpunt Nete & Aa aan de Snepkensvijver op grondgebied van Lichtaart-Kasterlee een prachtige vogelkijkhut gebouwd en is vanaf mei van dat jaar geopend. Hoewel de kijkhut mooi is aangelegd en zeer goed bereikbaar is, is een kleine kanttekening toch op zijn plaats. De ligging is met het oog op de stand van de zon ongelukkig gekozen, vooral voor natuurfotografen. Met de zon recht voor de lens zullen de foto's nooit zo mooi worden als met de zon in de rug. (De heren in de video zijn akkoord om gefilmd te worden)
Vogelkijkhut aan de Snepkensvijver - Lichtaart-Kasterlee
In Snepkensvijver-Heiberg langs de Herentalsesteenweg van Lichtaart en Lichtaartseweg van Herentals gaan moeras, heide en bos hand in hand. De bodemomstandigheden zorgen voor een typische vegetatie zoals veenmos, dophei, kleine zonnedauw, veenbes en veenpluis. Ook de geurige gagel komt massaal voor. Op de drogere stukken is de struikhei alom tegenwoordig. Ontdek hier zeldzame plantensoorten en kom helemaal tot rust.
De Snepkensvijver is een nat, moerassig gebied. Dat komt door zijn ligging naast de Kempense heuvelrug, de landduin tussen Herentals en Retie. In de laagte naast de heuvelrug blijft het water lange tijd staan en vormt zo een ven met een grote moerassige strook. Heiberg is een verzameling kleinere natuurgebieden. Onder meer de eigenlijke Heiberg, de Gemeentehei en het Lavendelven horen tot dit project. Heiberg maakt deel uit van een groot, vrij aaneensluitend complex van dennenbossen op voormalige heides en schraalgraslanden. Hier groeit vooral de Corsicaanse den. Op enkele plaatsen komt nog struikhei voor. Op vochtigere delen groeit dophei, kruipbrem en stekelbrem.
In Snepkensvijver-Heiberg vind je het Lavendelven. Dit stukje zeldzame natuur is een ringven: in het midden een kring trilveen met daarrond een ring van water. Trilveen lijkt op een gewoon stuk land maar in werkelijkheid drijft het op het water. Op het Lavendelven groeien enkele zeer zeldzame planten, waardoor dit enorm waardevol is.
Dieren en planten
Grotere waterpartijen als de Snepkensvijver en Heiberg hebben een ongelooflijke aantrekkingskracht op talloze watervogels. De kleurrijke wintertaling komt het meest voor. Al vroeg in het voorjaar hoor je zijn fluitende roep uit de struiken. Andere typische broedvogels zijn de tafel- en kuifeend en dodaars. Dit zijn duikeendjes die het goed kunnen vinden in het heldere water waar ze op het zicht jagen.
De Uitkijktoren Einderheid aan het Aartsepad nabij Riethoven is sinds vrijdag 28 juni geopend en gratis toegankelijk. Vanaf de top op 26 meter hoogte kan dan het hele gebied van Riethoven tot Dommelen en de nieuwe Westparallel van de N69 worden overzien. De toren biedt niet alleen een mooi uitzicht vanaf het platform, maar ook op weg naar boven kun je genieten van het betoverende boslandschap. Eind januari 2024 werd begonnen met de bouw van de uitkijktoren aan het Aartsepad in de Einderheide van Riethoven.
Uitkijktoren Einderheide - Riethoven
De houten toren met wenteltrap, die te vinden is in het bosgebied Einderheide, leidt bezoekers naar een adembenemend overzichtsplatform op 26 meter hoogte. Vanuit hier kan men uitkijken over de wijde omgeving. De toren biedt niet alleen een geweldig uitzicht vanaf het platform, maar ook op weg naar boven kun je genieten van het betoverende boslandschap. Bovenop de toren komt een camera, zodat ook degenen die de toren niet kunnen beklimmen toch kunnen genieten van het uitzicht. En dat is nog niet alles. Ook zal de toren op korte termijn bewoond gaan worden door onze gevleugelde vrienden – de vleermuizen. Zo dient de kelder van de toren, met daarin speciale kasten, als veilige verblijfsplaats voor verschillende vleermuissoorten in het gebied. Dit met het oog op het behoud en bescherming van onze lokale biodiversiteit.
Eind 2021 werd de N69, de nieuwe verbindingsweg tussen Valkenswaard en Veldhoven in gebruik genomen. De nieuwe verbinding heeft als belangrijkste doel de veiligheid en leefbaarheid van het totale gebied en omliggende dorpen te verbeteren en is onderdeel van de gebiedsontwikkeling Grenscorridor N69. Dankzij allerlei maatregelen en projecten heeft de gemeente Bergeijk samen met de provincie Noord-Brabant en andere partners in het gebied ervoor gezorgd dat we veel meer dingen hebben kunnen realiseren dan de weg alleen.
Er is daarbij oog geweest voor inwoners, bedrijven, landbouw, landschap, natuur, water en recreatie. Zo hebben we de afgelopen jaren onder andere diverse recreatieve wandel- en fietspaden aangelegd, sluipverkeer werende maatregelen genomen, Ruiternetwerk ‘Paardrijden in de Kempen’ ontwikkeld, de Diepveldenweg en nu dus ook de uitkijktoren Einderheide in Riethoven gerealiseerd. Die laatste is het sluitstuk in een reeks gebiedsiconen rondom de provinciale weg N69. Met de komt van de toren ronden we in Bergeijk het totale project gebiedsontwikkeling Grenscorridor N69 af.
Het moerasgebied ‘t Goorken in het Belgische Arendonk is een groene diamant aan de Kempense kroon en ligt in de vallei van de rivier Wamp. In dit moerassig gebied zie je laagveen, heide, rietlanden, open water en wilgen- en gagelstruiken. Het bruist er van leven! Het Goorken is de ideale plek om van de rust te genieten als wandelaar en om vogels te spotten.
Vogelkijkhut 'de Vogelaar' op ‘t Goorken - Arendonk
Door het rechttrekken van de beekje de Wamp daalde het waterpeil waardoor het moerassige Goorken verlandde. Door kappingen ontstonden open waterpartijen en de oevers werden geplagd. Vandaag groeien er massa’s zonnedauw en zowel struikheide als dopheide steekt de kop op.
Het samenspel tussen zuur, Kempens grondwater en kalkrijk kanaalwater geeft het Goorken een uitzonderlijk hoge natuurwaarde. Grondwater, met voedselrijk water van de Maas, verrijkt de van nature ijzerrijke en voedselarme Kempense bodem. Deze plaatsen verruigen met planten als riet, harig wilgeroosje en koninginnekruid. Op de overgangen tussen het voedselarme en voedselrijke water ontstond trilveen met draadzegge en kleine egelskop.
Dieren zoals de groene kikker, de bandheidelibel, de alpenwatersalamander, de grote modderkruiper (een langgerekte spoelvormige vis), de Meerkoet, Dodaars, de blauwborst en de zeldzame waterspitsmuis voelen zich hier in hun nopjes. Met wat geluk zie je het heideblauwtje rondfladderen. Deze zeldzame vlinder komt in Vlaanderen enkel in de Kempen voor en heeft vochtige tot droge heide nodig om haar eitjes op af te zetten. Gallowayrunderen en paarden zorgen voor een natuurlijke begrazing van het Goorken.
Vanuit de vogelkijkhut aan de Lavendelweg nabij het Belgische Lichtaart (gemeente Kasterlee) kun je veel watervogels observeren. De oevers van het Zwart Water zijn niet toegankelijk vanwege de kwetsbaarheid van het gebied. Een wandelroutenetwerk zorgt ervoor dat je in de omliggende bossen wel goed kunt wandelen.
Vogelkijkhut aan het Zwart Water - Lichtaart
Het water oefent een sterke aantrekkingskracht uit op watervogels. Vooral in de herfst en winter verzamelen er honderden eenden. In het vroege voorjaar zetten amfibieën als gewone pad, bruine kikker, heikikker, groene kikker en alpenwatersalamander hun eitjes af in het ondiepe water. Als het volop lente is zijn fuut en dodaars present en zweven verschillende libellen boven het water met het risico achtervolgd te worden door een boomvalk.
Het Zwart Water bestaat uit een ven met aan de rand bos, gagelstruweel, wilgenbroek en schraalgrasland. Midden op het water is een drijftil waarvan vogels graag gebruik maken om uit te rusten en hun nest te bouwen.
Lang geleden was het Zwart Water en omgeving een open duinenlandschap waar de wind vrij spel had. Zand werd weggeblazen tot op een harde laag in de ondergrond, waarna het zich daar omheen verzamelde tot duinenruggen. De harde laag liet geen water door en gaf zo het ontstaan van een ven. Hierin ontwikkelde zich veen, beter gekend als turf, dat het water een donkere kleur gaf. Vandaar de benaming 'Zwart Water'.
In dit uitgestrekt natuurgebied Eksterheide (200 hectare) kan je vanuit drie verschillende kijkhutten watervogels, reeën en andere dieren bewonderen. Daarnaast zijn er ook (andere) gevleugelde vrienden zoals havik, zwarte specht en het bont dikkopje (dagvlinder) aanwezig in het gebied. De ecologische waarde van de Eksterheide zal de komende jaren nog verhogen door gerichte ingrepen.
Vogelkijkhutten Natuurgebied Eksterheide - Beerse
De Eksterheide is een uitgestrekt natuurgebied van 200 hectare aan de rand van de gemeente Beerse. Het gebied is in volle ontwikkeling: in 2009 werd het vroegere centraal gelegen private vliegveld afgebroken en werd het oorspronkelijke landschap (heide en landduinen) hersteld. De voorbije jaren werd er verder gewerkt aan het herstel van een halfopen heidelandschap, met naast natte en droge heide ook open landduinen, ondiepe vennen en heischrale graslanden. Bij dit historische landschap horen ook historische beheerders: een kudde Kempische heideschapen helpt ons dit heidelandschap in goede conditie te houden.
Rondom dit heidelandschap ligt een gordel van eiken-berkenbossen en dennenbossen, aangevuld met recente aanplantingen van jong loofhout. Die dennenbossen, aangelegd als houtplantages, vormen we nu door gerichte kappingen geleidelijk om tot een gevarieerd gemengd bos, waar veel dieren en planten zich thuis in voelen. Veel diersoorten, zoals veldkrekel, boomleeuwerik, nachtzwaluw, rugstreeppad en veenmol, reageren erg positief op de veranderingen in het natuurreservaat, en namen recent flink in aantal toe.
Vogelliefhebbers hebben er even op moeten wachten maar in juni 2024 was de gloednieuwe vogelkijkhut op de Strabrechtse Heide nabij De Plaetse in Heeze helemaal gereed. Een koppeltje kleine plevieren of andere zeldzame vogels spotten? Met de nieuwe vogelkijkhut vlakbij natuurpoort De Plaetse in Heeze hebben vogelaars en andere natuurliefhebbers er een bijzondere observatieplek bijgekregen op de Strabrechtse Heide.
Vogelkijkhut De Plaetse, Strabrechtse Heide - Heeze
De Strabrechtse Heide was toe aan een vogelkijkhut om bezoekers de kans te geven zeldzame vogels te spotten. De heide telt in totaal 1850 hectare en is daarmee de grootste aaneengesloten heide van Noord-Brabant. Dit open heidelandschap is al eeuwen onveranderd. Je vindt er droge en vochtige heide, vennen, stuifzand en kleinschalige akkers. Veel zeldzame vogels vinden hier hun leefgebied zoals de nachtzwaluw, zwarte ooievaar, blauwborst en raaf. In het voor- en najaar strijken er kraanvogels en klapeksters neer.
Vogelkijkhut De Plaetse, Strabrechtse Heide - Heeze
Bij de vogelkijkhut, waarvoor een online inzamelingsactie werd gehouden, staat een bord met daarop ruim twintig verschillende vogelsoorten die in het natuurgebied voorkomen. Het gaat daarbij onder meer om de grauwe klauwier, klapekster en bruine kiekendief. Andere vogels voelen zich evenzeer thuis in de omgeving van de hut. Dat blijkt onder meer uit de karakteristieke roep van een zwarte specht. "Het is best bijzonder om die hier te horen", vertelde boswachter Erik Schram van Staatsbosbeheer, die onlangs nog een witte ooievaar en een aantal kleine plevieren bij de nieuwe vogelkijkhut spotte. Het idee voor de hut is in 2017 ontstaan. Samen met oud collega-boswachter Jap Smits pakte Schram het plan vervolgens op. De vogelkijkhut ligt op de heide, op een afstand van vierhonderd meter van natuurpoort De Plaetse. Schram: "De locatie is makkelijk toegankelijk, mensen hoeven maar een klein ommetje te maken."
Bij de vogelkijkhut is een oude landbouwenclave omgevormd tot vochtige heide. "Vogelkijkliefhebbers kunnen het gebied vanaf de rand beleven", aldus Schram. Vanuit de vogelkijkhut kunnen vogelspotters bijna 360 graden rondkijken. Het gebouwtje is opgetrokken uit onderhoudsarme materialen als beton en cortenstaal. Door de natuurlijke aankleding valt de hut, die is voorzien van een ‘groen’ dak, grotendeels weg in het landschap. Er zijn een paar verhoginkjes aangebracht, zodat ook kinderen over het open heidelandschap kunnen turen.
Aan de nieuwe vogelkijkhut, die op 15 juni officieel is geopend, hangt een prijskaartje van bijna 45.000 euro. Verschillende fondsen en overheden, waaronder de provincie Noord-Brabant leverden een financiële bijdrage aan het project. Daarnaast startte Schram via Stichting Buitenfonds een crowdfunding actie. De stichting werft geld voor projecten in de natuurgebieden van Staatsbosbeheer. Daarbij gaat het om zogeheten recreatie-plus voorzieningen waarvoor vanuit de natuurbeheerder geen regulier budget beschikbaar is. Via de online actie werd bijna 30.000 euro ingezameld. Schram: "Er zijn veel kleine bedragen binnengekomen. Ik ben er best wel een beetje trots op dat veel gulle donateurs, waaronder bezoekers van de Strabrechtse Heide, de actie hebben ondersteund."
Locatie Vogelkijkhut De Plaetse, Strabrechtse Heide - Heeze