maandag 20 april 2020

Oog in oog met een reegeit

Reeën komen veel voor in Nederland, maar ze zijn erg schuw. Tijdens het filmen van de Pimpelmees die in een natuurlijke holte woont, zag ik een Ree geit. Hij keek mij recht in de ogen aan, en bleef lange tijd stil staan. Op een gegeven moment nam zij de benen. Reeën zijn geen zeldzaamheid op Landgoed Wellenseind.

Een poos stond deze reegeit te kijken, afwegend wat te doen.

Landgoed Wellenseind is misschien wel de beste plek in de Kempen om Reeën te gaan zoeken. Er leeft een grote populatie die weinig gevaar kent, waardoor de dieren zich goed laten bekijken. De ree heeft een zandgele tot roodbruine zomervacht. Volwassen dieren hebben geen vlekken, jonge kalfjes wel. De ree heeft een kop-romplengte van 95 tot 140 centimeter, een lichaamsgewicht van 16 tot 35 kilogram en een schofthoogte tussen de 60 en de 90 centimeter. Mannetjes zijn over het algemeen groter dan vrouwtjes. Mannetjes hebben gemiddeld een schofthoogte van 64 tot 67 centimeter, vrouwtjes van 63 tot 67 centimeter.

De ree is geen grazer zoals een hert, maar een "knabbelaar": hij eet bramen, bessen, twijgen, scheuten, knoppen en loten van struiken en bomen, als rozenstruiken en coniferen, kruiden, grassen, bladeren, noten, paddenstoelen en landbouwgewassen als tulpen, granen en kropgewassen. 's Zomers voedt hij zich ook met jonge blaadjes. De ree is voornamelijk in de schemering actief. Van september tot april is hij voornamelijk 's nachts actief. Van mei tot augustus is hij ook overdag actief, vooral in gebieden waar hij niet wordt verstoord.